Associatief stigma onder naasten van transgenders: een kwalitatief onderzoek

Naasten van gestigmatiseerde individuen kunnen ook gestigmatiseerd worden, een proces dat associatief stigma genoemd wordt. Naar associatief stigma onder naasten van transgenders is nog geen onderzoek gedaan. In deze kwalitatieve studie wordt onderzocht in hoeverre kinderen, ouders en partners van transgenders associatief stigma ervaren, wat hun coping gedrag is en wat de invloed van associatief stigma is op het welzijn . Er zijn 25 personen geïnterviewd. Naasten ervoeren weinig associatief stigma. Echter, de transgenders waarmee zij waren verbonden hadden zelf ook weinig stigmatisering ervaren. Enkele naasten ervoeren wel associatief stigma; in dat geval werd de transgender ook gestigmatiseerd. Ouders van transkinderen waren meer geneigd de confrontatie aan te gaan bij negatieve reacties terwijl partners en kinderen van transgenders afstand namen of vermeden. De meeste ouders van transkinderen hadden behoefte om over hun gevoelens te praten, terwijl partners en kinderen van transgenders eerder kozen om zich niet te laten raken door negatieve reacties en negatieve gevoelens hierover los te laten. De invloed van associatief stigma op het welzijn van naasten van transgenders was in dit onderzoek weinig aanwezig, hoewel bij sommigen spanningsklachten werden gerapporteerd. Dit onderzoek heeft ook informatie opgeleverd over hoe naasten zelf de transitie hebben ervaren. Veel ondervraagden ervoeren door de transitie een gevoel van rouw. Voor partners gold dat zij door de transitie verwarring kregen over hun identiteit. Kinderen en partners van transgenders hadden moeite met de snelheid waarmee transgenders na de coming-out het transitieproces doorliepen, zij konden dit moeilijk bijhouden.