Abstract
Fysieke activiteit heeft een positief effect op vele structuren en processen in het brein.
Onderzoeken laten zien dat fysieke activiteit de aanmaak van neuronen en capillairen in het
brein bevordert en de concentratie neurotransmitters verhoogt. Of deze positieve effecten van
fysieke activiteit op het brein ook leiden tot betere cognitieve prestaties is echter minder duidelijk,
want onderzoeken tonen tegenstrijdige resultaten. Voornamelijk bij adolescenten is nog veel
onduidelijkheid, terwijl de adolescentie juist een interessante periode kan zijn om associaties
tussen fysieke activiteit en cognitieve prestaties te onderzoeken. Het brein, met name de
prefrontale cortex, ontwikkelt zich namelijk zeer snel tijdens de adolescentieperiode. De
prefrontale cortex is gerelateerd aan vele hogere-orde cognitieve functies zoals plannen en het
inhiberen van informatie. Daarom is de adolescentie een interessante periode om factoren te
onderzoeken die de ontwikkeling van de prefrontale cortex, en daarmee de hogere-orde
cognitieve functies, kunnen stimuleren. Eén van deze factoren is mogelijk fysieke activiteit.
De meeste studies die de associaties tussen fysieke activiteit en cognitieve prestaties
van adolescenten hebben onderzocht, maakten gebruik van een vragenlijst om fysieke activiteit
te meten. Deze subjectieve methode heeft vele beperkingen, zoals sociale wenselijkheid van
beantwoorden en overschatting van zwaar inspannende activiteiten. Daarom is het doel van de
huidige studie om de associaties tussen objectief gemeten fysieke activiteit en cognitieve
prestaties in adolescenten te onderzoeken.
Onderzoeken laten zien dat fysieke activiteit de aanmaak van neuronen en capillairen in het
brein bevordert en de concentratie neurotransmitters verhoogt. Of deze positieve effecten van
fysieke activiteit op het brein ook leiden tot betere cognitieve prestaties is echter minder duidelijk,
want onderzoeken tonen tegenstrijdige resultaten. Voornamelijk bij adolescenten is nog veel
onduidelijkheid, terwijl de adolescentie juist een interessante periode kan zijn om associaties
tussen fysieke activiteit en cognitieve prestaties te onderzoeken. Het brein, met name de
prefrontale cortex, ontwikkelt zich namelijk zeer snel tijdens de adolescentieperiode. De
prefrontale cortex is gerelateerd aan vele hogere-orde cognitieve functies zoals plannen en het
inhiberen van informatie. Daarom is de adolescentie een interessante periode om factoren te
onderzoeken die de ontwikkeling van de prefrontale cortex, en daarmee de hogere-orde
cognitieve functies, kunnen stimuleren. Eén van deze factoren is mogelijk fysieke activiteit.
De meeste studies die de associaties tussen fysieke activiteit en cognitieve prestaties
van adolescenten hebben onderzocht, maakten gebruik van een vragenlijst om fysieke activiteit
te meten. Deze subjectieve methode heeft vele beperkingen, zoals sociale wenselijkheid van
beantwoorden en overschatting van zwaar inspannende activiteiten. Daarom is het doel van de
huidige studie om de associaties tussen objectief gemeten fysieke activiteit en cognitieve
prestaties in adolescenten te onderzoeken.
Original language | Dutch |
---|---|
Publication status | Published - 6 Nov 2014 |
Event | Dag van het Sportonderzoek: 2014 - Gymnasion, Nijmegen, Netherlands Duration: 30 Oct 2014 → 30 Oct 2014 |
Symposium
Symposium | Dag van het Sportonderzoek |
---|---|
Abbreviated title | DSO 2014 |
Country/Territory | Netherlands |
City | Nijmegen |
Period | 30/10/14 → 30/10/14 |
Keywords
- Beweging
- Fysieke activiteit
- Cognitie
- Schoolprestatie
- Adolescenten
- Ontwikkeling