Abstract
Contracteren over financiële producten en diensten vindt plaats in een meerzijdig wettelijk en normatief kader. De zorgvuldigheidsnormen die gelden in het financieel contractenrecht kunnen worden uitgelegd of aangevuld door financiële toezichtwetgeving en/of de bijzondere zorgplicht. De opvatting van Schoordijk over samenloop van onrechtmatige daad en wanprestatie is van praktische en theoretische betekenis bij het duiden en kwalificeren van actuele thema’s binnen het financieel contractenrecht. Als sprake is van een gebrek in de nakoming, of van anderszins schadeveroorzakend handelen of nalaten, dient men binnen contractuele relaties niet toe te komen aan een onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). Wanprestatie (art. 6:74 BW) is een species van onrechtmatige daad en kan, vanuit wetssystematisch oogpunt, als exclusieve aansprakelijkheidsgrondslag beschouwd worden. Bij het oordeel of sprake is van een gebrek in de nakoming kan de financiële toezichtwetgeving als een aanvullend normatief en uitlegkader fungeren. De bijzondere zorgplicht kan, via de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (ingevolge art. 6:248 lid 1 BW), een uitlegmaatstaf zijn voor zorgvuldige financiële dienstverlening. Een vestiging van de schade op basis van wanprestatie maakt dat het beste kan worden aangeknoopt bij de aard van de verbintenis, de hoedanigheid van partijen en de op hen rustende rechten en plichten.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 154-166 |
Number of pages | 13 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht |
Volume | 2020 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 24 Aug 2020 |