Abstract
In deze Ad Rem brengen de auteurs het Ocidental-arrest (HvJ EU 20 april 2023, ECLI:EU:C:2023:311) en de Dienstenrichtlijn in verband met de algemene regels van afdeling 6.5.3. BW. Gesignaleerd wordt dat het niet voldoen aan de informatieverplichting (ex. 6:233 onder b jo. 6:234 lid 1 BW), gelet op het Ocidental-arrest, inkleurend is voor de vraag of een beding onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 onder a BW, hetgeen ambtshalve moet worden vastgesteld. Daar komt bij dat de informatieverplichting voor dienstverrichters een lichtere norm is dan die van 6:234 lid 1 BW, omdat dienstverrichters de algemene voorwaarden niet vóór of bij het sluiten van de overeenkomst hoeven te verstrekken. In overeenkomsten met consumenten kan dit echter meebrengen dat het beding als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt met (ambtshalve) vernietigbaarheid als gevolg, zélfs indien een dienstverrichter aan zijn verplichtingen op grond van de Dienstenrichtlijn heeft voldaan. Dienstverrichters zullen er om die reden voor moeten zorgen dat zij in overeenkomsten met consumenten een met artikel 6:234 lid 1 BW corresponderende informatieverstrekking in acht nemen.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 34-38 |
Number of pages | 5 |
Journal | Contracteren |
Volume | 2024 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 6 Jul 2024 |
Keywords
- Algemene voorwaarden, Informatieverplichting en Inhoudstoetsing, Ocidental, Dienstenrichtlijn, Richtlijn Oneerlijke bedingen
- RW: Onderzoekslijn financieel recht