Abstract
In deze rapportage wordt beschreven of de doelstellingen van de ‘Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp’ campagne zijn behaald. De doelgroep voor deze campagne betrof rokers met een stopintentie met een accent op lager opgeleiden. Rokers met een lage (lager onderwijs, lager beroepsonderwijs en MAVO) en middelbare (MBO en HAVO) opleiding behoorden tot de groep lager opgeleiden; rokers met een afgeronde HBO of universitaire opleiding behoorden tot de groep hoog opgeleiden. De bereikdoelstelling dat 80% van de
rokers met een stopintentie iets van de campagne heeft gezien is gehaald. Hierbij hadden lager opgeleiden vaker iets van de campagne gezien dan hoog opgeleiden. De campagne werd voornamelijk als informatief beoordeeld. De kennisdoelstelling dat 60% van de rokers met een stopintentie na de campagne weet dat hulp bij het stoppen met roken wordt vergoed is niet gehaald: in totaal wist 58% van de rokers die de campagne hadden gezien dat hulp werd vergoed. Echter, de campagne heeft de kennis over de vergoeding sterk bevorderd: er was een sterke toename in kennis over de vergoeding onder rokers met een stopintentie die iets van de campagne hadden gezien ten opzichte van rokers met een stopintentie die niets van de campagne hadden gezien. Een belangrijke bevinding is dat de campagne het aantal stoppogingen lijkt te hebben vergroot: 16% van de rokers die de campagne wel hadden gezien hadden een stoppoging ondernomen, tegenover 11% van de rokers die de campagne niet hadden gezien. Verder lijkt het gebruik van hulpmiddelen te zijn toegenomen. Door de constructie van de vragenlijst was het echter niet mogelijk duidelijke conclusies te trekken of dit effect aan de campagne toe te schrijven was. Ten slotte heeft de campagne waarschijnlijk een positieve invloed gehad op de intentie van rokers om in de toekomst hulp te gaan gebruiken
bij het stoppen met roken, het waargenomen belang om een toekomstige stoppoging te plannen en de perceptie dat de omgeving het belangrijk vind dat men stopt met roken.
Concluderend kan worden gesteld dat de campagne succesvol was in het bereiken van de doelgroep, het bevorderen van het aantal stoppogingen en het veranderen van belangrijke gedragsdeterminanten. De doelstelling wat betreft het bevorderen van kennis is te optimistisch gebleken.
rokers met een stopintentie iets van de campagne heeft gezien is gehaald. Hierbij hadden lager opgeleiden vaker iets van de campagne gezien dan hoog opgeleiden. De campagne werd voornamelijk als informatief beoordeeld. De kennisdoelstelling dat 60% van de rokers met een stopintentie na de campagne weet dat hulp bij het stoppen met roken wordt vergoed is niet gehaald: in totaal wist 58% van de rokers die de campagne hadden gezien dat hulp werd vergoed. Echter, de campagne heeft de kennis over de vergoeding sterk bevorderd: er was een sterke toename in kennis over de vergoeding onder rokers met een stopintentie die iets van de campagne hadden gezien ten opzichte van rokers met een stopintentie die niets van de campagne hadden gezien. Een belangrijke bevinding is dat de campagne het aantal stoppogingen lijkt te hebben vergroot: 16% van de rokers die de campagne wel hadden gezien hadden een stoppoging ondernomen, tegenover 11% van de rokers die de campagne niet hadden gezien. Verder lijkt het gebruik van hulpmiddelen te zijn toegenomen. Door de constructie van de vragenlijst was het echter niet mogelijk duidelijke conclusies te trekken of dit effect aan de campagne toe te schrijven was. Ten slotte heeft de campagne waarschijnlijk een positieve invloed gehad op de intentie van rokers om in de toekomst hulp te gaan gebruiken
bij het stoppen met roken, het waargenomen belang om een toekomstige stoppoging te plannen en de perceptie dat de omgeving het belangrijk vind dat men stopt met roken.
Concluderend kan worden gesteld dat de campagne succesvol was in het bereiken van de doelgroep, het bevorderen van het aantal stoppogingen en het veranderen van belangrijke gedragsdeterminanten. De doelstelling wat betreft het bevorderen van kennis is te optimistisch gebleken.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Maastricht, the Netherlands |
Publisher | Maastricht University |
Number of pages | 47 |
Publication status | Published - Jan 2012 |