Abstract
Als gevolg van veranderingen in de aard van arbeid door snelle veranderingen op economisch,
technologisch en sociaal gebied is de interesse voor werkplekleren in beroepsonderwijs en
postinitieel leren sterk toegenomen. Beroepsonderwijs en training creëren ‘menselijk kapitaal’, zodat
competentieontwikkeling de productiviteit van werknemers bevordert. Ook zorgt de inrichting van
het beroepsonderwijs voor een deel voor de toegang tot de arbeidsmarkt (Van Lieshout, 2008). In de
meeste Europese landen dient het beroepsonderwijs daarnaast bij te dragen aan de sociale en
culturele ontwikkeling van deelnemers. Omdat veranderende omstandigheden in het werk om ‘een
levenlang leren’ vragen, proberen Europese overheden en de OECD deelname hieraan te stimuleren.
Van Wieringen & Attwell (1999) stellen dat initieel onderwijs de basis legt voor een leven lang leren.
Een studie van Borghans, Golsteyn en De Grip (2006) laat zien dat MBO-gediplomeerden 30% van
hun werktijd besteden aan taken waarvan zij kunnen leren. Bovendien heeft ruim 40% in de twee
jaar voorafgaand aan de enquête minimaal één formele werkgerelateerde cursus gevolgd. Initieel en
postinitieel leren en werken worden verondersteld positieve rendementen te hebben voor
werknemers, werkgevers en de samenleving als geheel; ook in het kader van leven lang leren.
Original language | Dutch |
---|---|
Publication status | Published - 1 Jun 2010 |
Keywords
- sectorbeleid
- arbeidsmarkt
- life long learning
- working