HR 5 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:475, Computerrecht 2022/186, m.nt. J.J. Oerlemans en A. Berlee

Research output: Contribution to journalCase noteAcademic

400 Downloads (Pure)

Abstract

In dit arrest bevestigt de Hoge Raad dat een machtiging van een rechter-commissaris is vereist voor het vorderen van verkeers- en locatiegegevens ook al staat dit niet in de wet. Voorheen was een bevel van officier van justitie voldoende. Ook stelt de Hoge Raad drie prejudi- ciële vragen aan het Hof van Justitie over het toepas- singsbereik van Richtlijn 2002/58/EG, de definitie van ‘ernstige criminaliteit’, en de drempel voor het ver- strekken van verkeers- en locatiegegevens voor opsporingsdoeleinden. In de annotatie gaan de auteurs in op de gevolgen van het arrest voor de strafrechtspraktijk en betogen zij dat het arrest bredere gelding moet krijgen.
Original languageDutch
Article number186
Pages (from-to)343-350
Number of pages8
JournalComputerrecht: Tijdschrift voor Informatica, Telecommunicatie en Recht
Volume2022
Issue number5
Publication statusPublished - Oct 2022

Keywords

  • data protection
  • privacy
  • communicatiegeheim
  • verkeersgegevens
  • locatiegegevens
  • opsporing

Cite this