Internationaal vervoer van goederen over de weg: geeft de CMR een regeling voor de verdeling van de bewijslast, of moet er worden uitgeweken naar het nationale recht? Een inhoudelijke bespreking van de bewijslastverdeling onder de CMR, aan de hand van het arrest van de Hoge Raad van 16 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1222

A.D. Visser

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

De vervoerder heeft de opdracht gekregen om keukenartikelen van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk te vervoeren. Op weg naar de eindbestemming treft de Franse douane anders dan de vrachtbrief weergeeft, sigaretten aan waarover geen accijns is afgedragen. De vervoerder stelt de afzender aansprakelijk voor de schade die hierdoor is ontstaan. Tussen de vervoerder en de afzender is in geschil of de sigaretten zijn meegegeven door de afzender of onderweg zijn verwisseld. In cassatie staat de verdeling van de bewijslast centraal. Door middel van een inhoudelijke bespreking van de relevante CMR-bepalingen wordt uiteindelijk duidelijk of de Hoge Raad tot de juiste conclusie is gekomen.
Original languageDutch
Pages (from-to)133-139
Number of pages7
JournalNederlands Tijdschrift voor Handelsrecht
Volume2023
Issue number4
Publication statusPublished - Aug 2023

Keywords

  • Vervoerrecht
  • Internationaal goederenvervoer
  • CMR
  • Bewijslastverdeling
  • Aansprakelijkheid
  • Accijnsgoederen
  • Douane
  • Schade

Cite this