Abstract
In deze bijdrage geven de auteurs hun visie op de houdbaarheid van de contractuele invulling van de (bancaire) zorgplicht in contractuele verhoudingen. Meer in het bijzonder geven zij kort gezegd een antwoord op de vraag of de gevolgen van een schending van de ‘bijzondere bancaire zorgplicht’ door een bank, door middel van een exoneratie, kan worden gereguleerd of zelfs geneutraliseerd? Dit antwoord luidt dat de auteurs de kans substantieel achten dat een dergelijke exoneratie door de bank niet jegens een consument zal kunnen worden ingeroepen in het geval van een schending door de bank van een bijzondere bancaire zorgplicht. Het is volgens de auteurs raadzaam voor banken om te overwegen om dat in hun exoneratieclausules te expliciteren om daarmee te voorkomen dat de exoneraties ook zullen sneuvelen wanneer er niet sprake is van een schending van een bancaire zorgplicht, maar de rechter tot het oordeel zou kunnen komen dat vanwege de latent (te) ruime strekking van de exoneratie deze om die reden vernietigbaar is.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 108-114 |
Number of pages | 7 |
Journal | Contracteren |
Volume | 2023 |
Issue number | 4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 21 Dec 2023 |
Keywords
- bijzondere zorgplicht, bancaire zorgplicht, algemene voorwaarden, oneerlijke handelspraktijk, oneerlijk beding