Abstract
Bij de beoordeling van de kwaliteit van scholen primair onderwijs gebruikt de inspectie met name de scores van leerlingen op de Cito-Eindtoets Basisonderwijs. Ter correctie van aanvangsverschillen van leerlingen wordt per school het geaggregeerd leerlinggewicht benut in de vorm van een globale score van de opleiding van de ouders. De onderzoeksvraag is gericht op identificatie van bruikbare andere correctiefactoren alsmede bepaling van de effecten van alternatieve correctiefactoren op de kwaliteitsbeoordeling. Ter beantwoording worden reeksen correctiemodellen ontworpen die zijn gebaseerd op enerzijds zeven leerlingkenmerken en anderzijds drie soorten multiniveau regressie-analyse. De onderzoeksmethode is secundaire analyse van gegevens verkregen met het landelijke COOL5-18 cohortonderzoek en data die worden beheerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de multiniveau analyses worden 402 scholen en 8.561 leerlingen betrokken. De resultaten demonstreren dat twee correctiefactoren (gedetailleerde opleiding ouders; etniciteit) relatief betere resultaten geven dan die welke worden verkregen via de huidige correctie met behulp van leerlinggewicht. De conclusie is dat, hoewel het onderzoek beperkingen kent, verbeteringen mogelijk zijn in de wijze waarop de inspectie de leeropbrengsten van scholen beoordeelt.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 272-287 |
Number of pages | 16 |
Journal | Pedagogische Studiën |
Volume | 89 |
Issue number | 5 |
Publication status | Published - 3 Sept 2012 |
Keywords
- Kwaliteitsbeoordeling
- Scholen primair onderwijs
- Leeropbrengsten
- Correctiefactoren