TY - UNPB
T1 - Naar een leernetwerk "Levenlang leren"
AU - Verjans, Steven
AU - Hermans, Henry
AU - Wigman, Marcel
N1 - DS_Description: Verjans, S., Hermans, H., & Wigman, M. (2009). Naar een leernetwerk "Levenlang leren". In opdracht van de Hogeschool Zuyd, in het kader van het DaZZ-III project. Heerlen, Nederland: Open Universiteit Nederland.
DS_Sponsorship:Hogeschool Zuyd
DaZz-project
PY - 2009/12/17
Y1 - 2009/12/17
N2 - De huidige kennismaatschappij vraagt om een steeds hoger opgeleide beroepsbevolking die voortdurend moet blijven op- en bijscholen. Om tegemoet te komen aan die maatschappelijke vraag ontwikkelen de opleidings- en onderwijsaanbieders nieuwe instrumenten om scholing en opleiding te kunnen voorzien op maat van elke lerende, met erkenning van eerder verworven competenties (EVC). Het werken met EVC en het inrichten van maatwerk voor werkend leren is voor de medewerkers van onderwijsinstellingen en andere betrokken instanties een nieuwe ‘tak van sport’. Die medewerkers moeten ‘al doende leren’, en hebben een groeiende behoefte om hun kennis in verband met EVC en maatwerk werkend leren uit te wisselen, te consolideren en verdiepen en met collega’s te delen.
Het gaat hierbij om een situatie waarbij veel spelers binnen en buiten de onderwijsinstelling betrokken zijn, met gebruikersgroepen in wisselende samenstellingen, die uiteenlopende vormen van kennis en informatie willen delen. Voor een dergelijke situatie is een online leernetwerk de aangewezen digitale ondersteuning.
Op basis van een analyse van de situatie is er een globaal ontwerp gemaakt voor een leernetwerk voor levenlang leren. Het leernetwerk bevat minstens drie groepsniveaus, met het leernetwerk als hoogste niveau, de thema-communities als middenniveau, en de subgroepen en ad hoc tijdelijke groepen als laagste niveau. De deelnemers aan die groepen hebben erg diverse achtergronden en functies, en moeten op basis van hun rol in het leernetwerk erg specifieke – maar tegelijk flexibele – toegangsrechten krijgen tot de kennis in het leernetwerk. De kennis in het leernetwerk bevindt zich bij de andere leden van het netwerk, maar is daarnaast ook geëxpliciteerd in kennisartefacten. Die artefacten zijn van uiteenlopende aard, status en vertrouwelijkheid. Daarom is ook voor het ontsluiten van artefacten een flexibel maar gedetailleerd toegangsrechtensysteem benodigd. Om kennisdeling, samenwerking en communicatie mogelijk te maken wordt elke groep of community voorzien van services, afhankelijk van het doel en de behoeften van de groep. Belangrijke services bij een leernetwerk zijn de zogenaamde BRATS-diensten die het verrijken van kennis ondersteunen door ‘Bookmarking, Rating, Annotation, Tagging and Sharing’.
Met behulp van die diensten kan elke gebruiker kennisbronnen markeren, waarderen, annoteren, van trefwoorden voorzien (structureren) en delen met anderen. Daarnaast is er voor het levenlang leren leernetwerk ook een grote behoefte aan een woordenboek-service, die het gebruik van een eenduidige woordenschat – met gezamenlijk overeengekomen definities – binnen het leernetwerk bevordert.
Naast dit globaal ontwerp wordt ook een advies uitgebracht over de verdere stappen in de ontwikkeling van het leernetwerk, met name wat betreft functionele aandachtspunten en de betrokkenheid van stakeholders in het verdere ontwerp-, ontwikkel- en implementatieproces. Op basis van functionele argumenten worden enkele mogelijke technologische platforms gesuggereerd, waarbij het belang van een
bewuste keuze tussen de verschillende paradigma’s van online informatiesystemen wordt benadrukt. Het rapport besluit met enkele organisatorische raadgevingen voor de opstart en ingebruikname van het leernetwerk.
De opbouw van het rapport is als volgt. In een eerste hoofdstuk wordt de opdracht gesitueerd die leidde tot onderhavig rapport. In een tweede hoofdstukje wordt de methode beschreven die leidde tot het advies in dit rapport. Een derde hoofdstuk beschrijft in extenso de maatschappelijke en organisatorische context van het levenlang leren en het belang van kennisuitwisseling tussen de professionals die levenlang leren faciliteren. Een vierde hoofdstuk argumenteert dat een leernetwerk de geschikte ondersteuning biedt voor een dergelijke behoefte aan kennisuitwisseling, en beschrijft het concept leernetwerk. In het vijfde hoofdstuk wordt de context van levenlang leren vertaald in een globaal ontwerp voor een leernetwerk. Het zesde hoofdstuk, tenslotte, bevat advies voor de verdere stappen in de ontwikkeling van een levenlang leren leernetwerk, suggesties voor software systemen en vermeldt enkele aandachtspunten voor de ingebruikname van het leernetwerk.
AB - De huidige kennismaatschappij vraagt om een steeds hoger opgeleide beroepsbevolking die voortdurend moet blijven op- en bijscholen. Om tegemoet te komen aan die maatschappelijke vraag ontwikkelen de opleidings- en onderwijsaanbieders nieuwe instrumenten om scholing en opleiding te kunnen voorzien op maat van elke lerende, met erkenning van eerder verworven competenties (EVC). Het werken met EVC en het inrichten van maatwerk voor werkend leren is voor de medewerkers van onderwijsinstellingen en andere betrokken instanties een nieuwe ‘tak van sport’. Die medewerkers moeten ‘al doende leren’, en hebben een groeiende behoefte om hun kennis in verband met EVC en maatwerk werkend leren uit te wisselen, te consolideren en verdiepen en met collega’s te delen.
Het gaat hierbij om een situatie waarbij veel spelers binnen en buiten de onderwijsinstelling betrokken zijn, met gebruikersgroepen in wisselende samenstellingen, die uiteenlopende vormen van kennis en informatie willen delen. Voor een dergelijke situatie is een online leernetwerk de aangewezen digitale ondersteuning.
Op basis van een analyse van de situatie is er een globaal ontwerp gemaakt voor een leernetwerk voor levenlang leren. Het leernetwerk bevat minstens drie groepsniveaus, met het leernetwerk als hoogste niveau, de thema-communities als middenniveau, en de subgroepen en ad hoc tijdelijke groepen als laagste niveau. De deelnemers aan die groepen hebben erg diverse achtergronden en functies, en moeten op basis van hun rol in het leernetwerk erg specifieke – maar tegelijk flexibele – toegangsrechten krijgen tot de kennis in het leernetwerk. De kennis in het leernetwerk bevindt zich bij de andere leden van het netwerk, maar is daarnaast ook geëxpliciteerd in kennisartefacten. Die artefacten zijn van uiteenlopende aard, status en vertrouwelijkheid. Daarom is ook voor het ontsluiten van artefacten een flexibel maar gedetailleerd toegangsrechtensysteem benodigd. Om kennisdeling, samenwerking en communicatie mogelijk te maken wordt elke groep of community voorzien van services, afhankelijk van het doel en de behoeften van de groep. Belangrijke services bij een leernetwerk zijn de zogenaamde BRATS-diensten die het verrijken van kennis ondersteunen door ‘Bookmarking, Rating, Annotation, Tagging and Sharing’.
Met behulp van die diensten kan elke gebruiker kennisbronnen markeren, waarderen, annoteren, van trefwoorden voorzien (structureren) en delen met anderen. Daarnaast is er voor het levenlang leren leernetwerk ook een grote behoefte aan een woordenboek-service, die het gebruik van een eenduidige woordenschat – met gezamenlijk overeengekomen definities – binnen het leernetwerk bevordert.
Naast dit globaal ontwerp wordt ook een advies uitgebracht over de verdere stappen in de ontwikkeling van het leernetwerk, met name wat betreft functionele aandachtspunten en de betrokkenheid van stakeholders in het verdere ontwerp-, ontwikkel- en implementatieproces. Op basis van functionele argumenten worden enkele mogelijke technologische platforms gesuggereerd, waarbij het belang van een
bewuste keuze tussen de verschillende paradigma’s van online informatiesystemen wordt benadrukt. Het rapport besluit met enkele organisatorische raadgevingen voor de opstart en ingebruikname van het leernetwerk.
De opbouw van het rapport is als volgt. In een eerste hoofdstuk wordt de opdracht gesitueerd die leidde tot onderhavig rapport. In een tweede hoofdstukje wordt de methode beschreven die leidde tot het advies in dit rapport. Een derde hoofdstuk beschrijft in extenso de maatschappelijke en organisatorische context van het levenlang leren en het belang van kennisuitwisseling tussen de professionals die levenlang leren faciliteren. Een vierde hoofdstuk argumenteert dat een leernetwerk de geschikte ondersteuning biedt voor een dergelijke behoefte aan kennisuitwisseling, en beschrijft het concept leernetwerk. In het vijfde hoofdstuk wordt de context van levenlang leren vertaald in een globaal ontwerp voor een leernetwerk. Het zesde hoofdstuk, tenslotte, bevat advies voor de verdere stappen in de ontwikkeling van een levenlang leren leernetwerk, suggesties voor software systemen en vermeldt enkele aandachtspunten voor de ingebruikname van het leernetwerk.
KW - leernetwerk
KW - learning network
KW - levenlang leren
KW - lifelong learning
KW - evc
KW - maatwerk
KW - maatwerk werkend leren
KW - ontwerp
KW - analyse
KW - advies
KW - DaZZ
KW - Hogeschool Zuyd
M3 - Working paper
BT - Naar een leernetwerk "Levenlang leren"
ER -