Abstract
Aanleiding van deze zaak was het via de media uitgelekte voornemen van het kabinet om op 19 december 2022 excuses aan te bieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Zes Surinaamse belangenorganisaties hadden een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Staat. Zij vorderen (zakelijk weergegeven) om de Staat te verbieden de nationale excuses voor het koloniale slavernijverleden op 19 december 2022 uit te spreken, althans te verbieden de nationale excuses voor het koloniale slavernijverleden eerder dan op 1 juli 2023 uit te spreken. Daarnaast vorderen zij de Staat te gebieden, alvorens de excuses uit te spreken, te reageren op de bevindingen van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden en het lopende rechtshistorische onderzoek af te wachten. Ten slotte vorderen zij de Staat te gebieden hen te betrekken bij de voorbereidingen van de nationale excuses. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. Opvallend in de onderhavige zaak is dat partijen niet zozeer van mening verschillen over de noodzaak van het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden. Eiseressen hebben bezwaren tegen de wijze waarop, op basis waarvan en wanneer de excuses zouden moeten worden aangeboden. De voorzieningenrechter oordeelt in dat kader dat het maken van excuses een uiting is van iets waartoe de Staat zich moreel verplicht acht. Van enige juridische aanspraak op de manier waarop, het moment waarop en de vorm waarin de Staat aan die morele plicht vorm en inhoud geeft, is geen sprake.
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 355-358 |
Number of pages | 4 |
Journal | Jurisprudentie Aansprakelijkheid |
Volume | 2023 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 28 Feb 2023 |
Externally published | Yes |