Vernietiging van overeenkomsten op grond van laesio enormis, dwaling of misbruik van omstandigheden: Over buitensporige nadeligheid van overeenkomsten als grond voor vernietiging en over vernietiging van buitensporig nadelige overeenkomsten op grond van dwaling of misbruik van omstandigheden, naar Nederlands, Duits en Oostenrijks recht

Translated title of the contribution: Annulment of contracts on the basis of laesio enormis, error, of abuse of circumstances: On gross prejudice of contracts as a ground for annulment and on annulment of grossly prejudicial contracts based on error or abuse of circumstances, in Dutch, German, and Austrian law

Research output: ThesisDoctoral ThesisThesis 2: defended at OU & OU (co)supervisor, external graduate

2 Downloads (Pure)

Abstract

Mijn proefschrift gaat over de rol die ‘ongelijkwaardigheid van verbintenissen’ kan spelen bij de vernietiging van overeenkomsten. Leerstukken waarmee overeenkomsten aangetast kunnen worden, zijn bijvoorbeeld de wilsgebreken. Het wilsgebrek dwaling gaat over een ontoereikend bewustzijn omtrent bij het sluiten van een overeenkomst relevante omstandigheden. Het wilsgebrek ‘misbruik van omstandigheden’ gaat over een te geringe mate aan keuzevrijheid bij het verrichten van een rechtshandeling. Bij de wilsgebreken is dus te onderscheiden tussen bewustzijns- en vrijheidsgebreken. Vanuit de gedachte dat er een verband is tussen wil en waarde (‘iets willen’ is vergelijkbaar is met ‘ergens waarde aan hechten’) is te begrijpen dat ongelijkwaardigheid van prestaties een rol kan spelen bij de toepassing van wilsgebreken.
Aantasting van overeenkomsten was ook mogelijk via het historische causa-leerstuk, dat in ons Oud BW van 1838-1992 nog verankerd lag in het voor alle overeenkomsten geldende vereiste van een ‘geoorloofde oorzaak’. Sommigen leggen binnen deze leer het accent op de wil van partijen, anderen op een gelijkwaardigheidsvereiste. In Franse rechtsliteratuur telt men de twee varianten op tot het vereiste dat prestatieplichten over en weer elkaars ‘gewilde equivalent’ zijn (équivalent voulu).
De eveneens historische rechtsfiguur laesio enormis is geheel gericht op de vernietiging van ongelijkwaardige overeenkomsten. Laesio betekent schade of benadeling en enormis is te vertalen als buitensporig. Het gaat om een enorme afwijking van de rechtvaardige (markt-)prijs. Het iustum pretium is geen zelfstandig juridisch leerstuk, maar slechts de maatstaf voor het bemeten van de ongelijkwaardigheid van verbintenissen bij laesio enormis. Binnen de toepassing van de laesio enormis wordt niet alleen gekeken naar ongelijkwaardigheid, maar ook naar wilsgebreken. Dit komt naar voren in eeuwenlange discussies over de vraag of de geldigheid van renunciatieclausules - waarmee partijen de werking van de laesio enormis contractueel uitsloten - afhangt van wilsvrijheid en bewustheid. Varianten van de laesio enormis bestaan nog steeds overal in Europa, maar niet in Nederland. Ik ontwaar in Duitse rechtspraak op basis van Par. 138 I BGB aangaande Wucherähnlichkeit een woekerlaesio en de Oostenrijkse regeling van de Verkürzung über die Hälfte in Par. 934 en 935 ABGB is in mijn ogen een dwalingslaesio: de buitensporig nadelige overeenkomst is vernietigbaar, tenzij de benadeelde het nadeel gekend en bewust aanvaard heeft.
In de Nederlands-Indische ‘Woekerordonnantie 1938’ zag ik een geslaagde synthese van de Duitse en Oostenrijkse laesio-figuren. Volgens deze wet uit 1938 leidt het bestaan van een ‘zoodanig verschil in waarde’ dat ‘in verband met de omstandigheden’ de ‘onevenredigheid van de verplichtingen buitensporig’ is, tot een bevoegdheid voor de rechter om een overeenkomst nietig te verklaren. Na een ‘tenzij’ volgt aandacht voor de wilselementen: ‘…tenzij aannemelijk is, dat de benadeelde partij de gevolgen van de door haar aangegane verbintenis ten volle heeft overzien en zij niet gehandeld heeft in lichtzinnigheid, onervarenheid of noodtoestand’. Van belang is dat buitensporige ongelijkwaardigheid beide wilsgebreken doet vermoeden, waarna tegenbewijs mogelijk is. Zo richt de wet de blik van de rechtstoepasser eerst op het feit van de objectieve ongelijkwaardigheid, maar laat het subjectieve element doorslaggevend zijn: het gaat er uiteindelijk om of de overeenkomst bewust en in vrijheid is gewild. Van belang is dat de ongelijkwaardigheid van verbintenissen expliciet vermeld wordt, want dat komt de zeggingskracht van de wet ten goede. Ook van belang is dat de Nederlands-Indische wetgever deze zeggingskracht gepaard liet gaan met flexibiliteit: de mate van benadeling is niet aan een exact percentage gebonden, er wordt gewezen op het belang van de omstandigheden van het geval en matiging geldt als alternatief voor vernietiging.
De door mij bepleite invoering in het Nederlandse recht van deze Nederlands-Indische laesio-variant zou een breuk betekenen met een sinds 1838 bestaande Nederlandse traditie om (on)gelijkwaardigheid van prestaties in het overeenkomstenrecht volkomen irrelevant te achten. In de geest van deze traditie heeft de Nederlandse wetgever van ons huidige BW nog in 1966 bewust de woorden ‘nadelige’ en ‘benadeling’ geschrapt uit het Ontwerp Meijers voor het latere artikel 3:44 lid 4 BW. Een argument voor een breuk met de traditie is te ontlenen aan de woekergeschiedenis: verzuimt het recht ongelijkwaardigheid te benoemen als een reden voor vernietiging van overeenkomsten, dan nodigt het uit tot uitbuiting middels overeenkomsten, dus tot woeker. Ik sprak in 2013 de hoop uit dat het Nederlandse recht onder invloed van voortschrijdende Europese eenwording zou breken met de eigen traditie en zou aansluiten bij een mooie Europese.
Translated title of the contributionAnnulment of contracts on the basis of laesio enormis, error, of abuse of circumstances: On gross prejudice of contracts as a ground for annulment and on annulment of grossly prejudicial contracts based on error or abuse of circumstances, in Dutch, German, and Austrian law
Original languageDutch
QualificationPhD
Awarding Institution
  • Open Universiteit
Supervisors/Advisors
  • Rinkes, J, Supervisor
  • Abas, P., Supervisor, External person
Award date18 Oct 2013
Place of PublicationAmsterdam
Edition1
Publisher
Print ISBNs9789402107692
Publication statusPublished - 18 Oct 2013

Keywords

  • vernietiging van overeenkomsten
  • laesio enormis
  • iustum pretium
  • causa
  • woeker
  • wilsgebrek
  • dwaling
  • misbruik van omstandigheden
  • Wucherähnlichkeit
  • Verkürzung über die Hälfte
  • Irrtum
  • Fehlen der Geschäftsgrundlage
  • bewegliches System der Elemente
  • Auffallendes Missverhältnis
  • Ausbeutung der Schwäche
  • Grundlagenirrtum
  • benadeling
  • kenbaarheidsvereiste
  • l'équivalent voulu
  • subjectieve waarde
  • marktwaarde
  • rentemaxima
  • renteverbod
  • renunciatieclausules
  • Woekerbesluit 1916
  • Woekerordonnantie 1938
  • oorzaakvereiste
  • waardedwaling
  • wederzijdse dwaling
  • ongelijkwaardigheid van prestaties

Fingerprint

Dive into the research topics of 'Annulment of contracts on the basis of laesio enormis, error, of abuse of circumstances: On gross prejudice of contracts as a ground for annulment and on annulment of grossly prejudicial contracts based on error or abuse of circumstances, in Dutch, German, and Austrian law'. Together they form a unique fingerprint.

Cite this