In Nederland zijn leerlingen minder gemotiveerd dan in andere landen (OECD, 2013). Een theorie die inzicht biedt in mogelijkheden om hier verbetering in te brengen is zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci (2000). Op basis hiervan kan onderscheid worden gemaakt in de autonome, relatief intrinsiek gedreven, motivatie en gecontroleerde, relatief extrinsiek gedreven, motivatie van leerlingen. De mate waarin docenten door leerlingen als behoeftenondersteunend worden ervaren, doordat zij hun behoeften om autonomie, competentie en verbondenheid te ervaren ondersteunen, beïnvloedt de motivatie van leerlingen. Over het algemeen hangt behoefteondersteuning positief samen met autonome motivatie en negatief met gecontroleerde motivatie (Stroet, Opdenakker, & Minnaert, 2013). In onderzoek van Vansteenkiste, Soenens, Sierens, Luyckx, en Lens (2009) zijn op basis van de samenstelling van autonome en gecontroleerde motivatie van individuele leerlingen vier motivatieclusters onderscheidden waartoe een leerling kan behoren. Binnen deze clusters bleek de relatie tussen behoeftenondersteuning en de autonome en gecontroleerde motivatie van leerlingen echter te verschillen. Op basis hiervan is door Vansteenkiste et al. (2009) opgeroepen om de autonome en gecontroleerde motivatie van leerlingen voor verschillende vakken te onderzoeken om zo de samenhang met de ervaren behoeftenondersteuning in kaart te brengen. De huidige studie is een eerste aanzet om dit onderzoek uit te voeren.
Voor het onderzoek is de autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en ervaren behoeftenondersteuning van een groep leerlingen door middel van een vragenlijst gemeten voor twee vakken, Natuurkunde en Biologie. Het onderzoek is uitgevoerd binnen de 3havo/3vwo-afdeling van een middelbare school waarvan in totaal 74 leerlingen uit drie verschillende klassen hebben deelgenomen. De leerlingen waren 14 tot 16 jaar oud met een gemiddelde leeftijd van 14,6 jaar en 54 (73%) van hen waren vrouw en 20 (27%) man.
De autonome en gecontroleerde motivatie van leerlingen is gemeten aan de hand van de Academic Self Regulation Scale zoals deze is toegepast door Vansteenkiste et al. (2009). Deze bestaat uit 16 items. Voor het meten van de mate waarin leerlingen een docent als behoeftenondersteunend ervaren, is gebruik gemaakt van de korte versie van de Teacher As Social Context Scale van Belmont, Skinner, Wellborn, en Connell (1988) die uit 24 items bestaat. Beide schalen zijn vertaald naar het Nederlands.
In de huidige studie werd, in lijn met de verwachting, een positieve samenhang gevonden tussen autonome motivatie en ervaren behoeftenondersteuning, maar werd geen samenhang gevonden tussen gecontroleerde motivatie en behoeftenondersteuning. Hiernaast hingen de autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en ervaren behoeftenondersteuning van individuele leerlingen over de twee vakken met positief elkaar samen, maar werd hier ook een significante variatie in gevonden.
De bevindingen zijn een indicatie dat naast de ervaren behoefteondersteuning andere factoren een aanzienlijke invloed uitoefenen op de motivatie van leerlingen. De huidige studie is een aanwijzing dat het voor verschillende vakken onderzoeken van (de samenstelling van) de motivatie van een groep leerlingen en de mate waarin zij de betreffende docenten als behoeftenondersteunend ervaren een vruchtbare methode is om de samenhang tussen deze variabelen verder in kaart te brengen.
Date of Award | 22 Jun 2018 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Supervisor | Steven Verjans (Supervisor) & Jo de Neubourg - Boon (Examiner) |
---|
- zelfdeterminatietheorie
- autonome motivatie
- gecontroleerde motivatie
- behoeftenondersteuning
- Master Onderwijswetenschappen
“Dan Maak Je Maar Zin..”: De Samenhang tussen Behoeftenondersteuning door Docenten en de Autonome en Gecontroleerde Motivatie van Leerlingen
Vuyk, W. J. (Author). 22 Jun 2018
Student thesis: Master's Thesis