De beperkende werking van de billijke vergoeding: is maatwerk tijdens de ontbindingsprocedure mogelijk binnen het (nieuwe) rigide ontslagsysteem?

  • A. Pasman

Student thesis: Master's Thesis

Abstract

De billijke vergoeding wegens ernstige verwijtbaarheid ex art. 7:671b lid 8 sub c BW (het muizengaatje) geldt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen. De hoogte van deze vergoeding wordt bovendien niet uniform berekend. Het lijkt erop dat hierdoor het leveren van maatwerk is beperkt. Een (slechts) ‘verwijtbare’ werkgever en een ‘goede’ werkgever betalen nu dezelfde ontslagvergoeding (namelijk de transitievergoeding ex art. 7:673 lid 1 BW). Om die reden kunnen de alternatieven een vordering wegens schending van goed werkgeverschap ex art. 7:611 BW in het licht van de Baijingsleer, een ontslagvergoeding in de hoger beroepsprocedure 7:683 BW en een vordering op grond van wanprestatie ex art. 7:686 BW aantrekkelijk zijn. Deze alternatieven kennen echter hun eigen problematiek, waardoor een passende compensatie gelet op de aard en ernst van de gegeven situatie niet altijd plaatsvindt. Met het oog op de primaire doelstellingen van het privaatrecht (rechtvaardigheid, rechtszekerheid en rechtsverwerkelijking) dient de wetgever de mogelijkheden van het verkrijgen van een ontslagvergoeding te vergroten en aandacht te besteden aan de berekeningsmethodiek van het muizengaatje.
Date of Award18 Jul 2017
Original languageDutch
Awarding Institution
  • Department of Private Law

Keywords

  • villijke vergoeding wegens ernstige verwijtbaarheid
  • maatwerk
  • schadevergoeding wegens schending goed werkgeverschap
  • billijke vergoeding in hoger beroep
  • schadevergoeding wegens wanprestatie

Master's Degree

  • Master Rechtsgeleerdheid

Cite this

'