Op 1 juli 2021 is de Wet straffen en beschermen in werking getreden. Met deze wet wordt de bevoegdheid tot het (niet) verlenen, uitstellen en herroepen van de voorwaardelijke invrijheidstelling bij het Openbaar Ministerie neergelegd. Er bestaat een bezwaarschriftprocedure, waarbij aan de rechter slechts een marginaal toetsingskader wordt toegekend. Er is veel kritiek op de keuze om deze beslissingsbevoegdheid bij het Openbaar Ministerie neer te leggen. De vraag is of het Openbaar Ministerie überhaupt zou moeten beslissen over het (niet) verlenen, uitstellen of herroepen van de voorwaardelijke invrijheidstelling en zo ja, of met de bezwaarschriftprocedure voldoende procedurele waarborgen, in de zin van rechterlijke toetsing, zijn ingebouwd. Daarnaast is de vraag gesteld hoe de beslissingsbevoegdheid van het Openbaar Ministerie zich verhoudt tot artikel 6 EVRM. In deze scriptie wordt antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag: “Is het beslissen door het Openbaar Ministerie over het (niet) verlenen, uitstellen en herroepen van de voorwaardelijke invrijheidstelling, zoals genoemd in de Wet straffen en beschermen, in strijd met artikel 5 lid 4 EVRM en artikel 6 lid 2 EVRM?”
Date of Award | 21 Aug 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- Voorwaardelijke invrijheidstelling
- Openbare Mnisterie
- Artikel 5 lid 4 EVRM
- Artikel 6 lid 2 EVRM
- Bezwaarschriftprocedure
- marginaal toetsingskader
De beslissing over voorwaardelijke invrijheidstelling; een bevoegdheid van het Openbaar Ministerie? : Een onderzoek naar de verenigbaarheid van de beslissingsbevoegdheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de voorwaardelijke invrijheidstelling met artikel 5 lid 4 EVRM en artikel 6 lid 2 EVRM.
van den Berg, K. D. (Author). 21 Aug 2021
Student thesis: Master's Thesis