De bijzondere rechtspositie van Turkse zelfstandigen
: Staat de bijzondere rechtspositie van Turkse zelfstandigen op losse schroeven?

Translated title of the thesis: The special legal position of Turkish self-employes persons : Is the special legal position of Turkish self-employes people at risk?
  • A. Pezo-Alic

Student thesis: Master's Thesis

Abstract

In 1964 werd een overeenkomst ondertekend waarbij een associatie werd gevormd tussen de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Turkije. Dit associatierecht is verder uitgewerkt in het Aanvullend Protocol (AP), dat in 1970 werd ondertekend, en in Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije van 19 september 1980. Het doel van deze overeenkomst is om de commerciële en economische banden tussen de EEG en Turkije te versterken, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan het versnellen van de Turkse economie, het creëren van werkgelegenheid, en het verbeteren van de levensomstandigheden van de Turkse bevolking.

De historische en juridische achtergrond van de Associatieovereenkomst tussen Turkije en de Europese Economische Gemeenschap (EEG), samen met het Aanvullend Protocol (AP), onderstreept de continuïteit en complexiteit van de rechten en plichten van Turkse staatsburgers binnen de EU. De overeenkomst, die in 1964 werd gesloten, heeft als doel de economische voordelen en het vrije verkeer van werknemers te bevorderen. Ondanks de stagnatie in de toetredingsonderhandelingen sinds 2018, blijft de associatieovereenkomst van cruciaal belang voor Turkse onderdanen in Nederland.

Artikel 41, eerste lid, van het AP biedt bescherming tegen nieuwe beperkingen op het recht van vestiging en de dienstverlening. Dit houdt in dat een strikte interpretatie van dit artikel zowel materiële als procedurele nationale voorwaarden omvat. Nieuwe nationale maatregelen die de toegang of voorwaarden voor Turkse ondernemers en dienstverleners bemoeilijken, zijn in principe in strijd met dit artikel, tenzij ze proportioneel en gerechtvaardigd zijn op basis van dwingende redenen van algemeen belang.

In dit kader hebben de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Yön, evenals de recente uitspraken van de rechtbank Den Haag, locatie Haarlem, van 25 juli 2024, en die van de rechtbank Den Haag, locatie ’s-Hertogenbosch, van 3 juni 2024, belangrijke implicaties voor de toepassing van nationale maatregelen op Turkse onderdanen. De rechtbank in Haarlem heeft bevestigd dat de herinvoering van de machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) gerechtvaardigd kan zijn als een dwingende reden van algemeen belang, mits deze proportioneel en noodzakelijk is. De rechtbank heeft de stelling van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ondersteund dat het MVV-vereiste niet in strijd is met de eerdergenoemde beschermingsbepalingen van het AP, behoudens bijzondere individuele omstandigheden.

In de praktijk betekent dit dat de IND aanvragen van Turkse zelfstandigen zonder geldig MVV kan afwijzen, met als doel migratiestromen te reguleren en illegaal verblijf te voorkomen. Deze afwijzingen moeten echter zorgvuldig worden afgewogen tegen de rechten en bescherming die Turkse onderdanen onder het AP genieten. Beleidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen van proportionaliteit en noodzaak, met ruimte voor uitzonderingen in gevallen van bijzondere omstandigheden. Dit benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige balans tussen migratieregulering en de bescherming van de rechten van Turkse onderdanen volgens de associatieovereenkomst. De Raad van State dient in hoger beroep nog uitspraak te doen in deze zaken en wellicht prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie.
Date of Award15 Oct 2024
Original languageDutch
Awarding Institution
  • Department of Private Law

Keywords

  • Artikel 41, eerste lid Aanvullen Protocol
  • Standstill-bepaling
  • Yön-arrest
  • B1/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000
  • Associatierecht EEG-Turkije
  • Rechtvaardige beperking

Master's Degree

  • Master Rechtsgeleerdheid

Cite this

'