Abstract
Sinds 2014 bestaat er naast de privaatrechtelijke zorgplicht tevens een publiekrechtelijke zorgplicht voor financiële instellingen in de Wft. De wens om de zorgplicht in de Wft op te nemen kwam destijds vanuit de AFM. Naast deze wettelijke overlap bestaat er een discrepantie qua belangen, namelijk die van de (potentiële) cliënt en die van de bank. De vraag in onderhavig stuk richt zich op hoe de zorgplicht zich verhoudt tot de verplichting van banken om cliëntenonderzoek te verrichten.Uit jurisprudentie blijkt dat het steeds gaat om de omstandigheden van het geval hoe banken hiermee om dienen te gaan. In de jurisprudentie wordt steeds de privaatrechtelijke belangenafweging gemaakt. Gekeken naar de jurisprudentie neigt het ernaar dat de verplichtingen uit de Wft en de Wwft, inhoudende het verrichten van cliëntenonderzoek, zwaarder wegen dan het commerciële belang van de bank alsmede het belang van de cliënt. Nu er aan de hand van de privaatrechtelijke zorgplicht wordt getoetst en de AFM nog niet formeel heeft gehandhaafd op de publiekrechtelijke zorgplicht is de conclusie nu de vraag wat daadwerkelijk de toegevoegde waarde is van een publiekrechtelijke zorgplicht.
Date of Award | 19 Jun 2024 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- Zorgplicht
- 4:24a Wft
- Cliëntenonderzoek
- Verhouding
- Wwft
- Belang
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid