De gemeenschap in het neoliberalisme en in het utilitarisme

Translated title of the thesis: The community in neoliberalism and in utilitarianism
  • Hans Zwarts

    Student thesis: Master's Thesis

    Abstract

    Het onderwerp van mijn scriptie is de vergelijking van het neoliberalisme met het utilitarisme ter zake gemeenschapszin. Om de positie van de gemeenschap in beide actuele filosofische stromingen te kunnen bepalen, worden allereerst het utilitarisme en het neoliberalisme in kaart gebracht. Vervolgens zal de kritiek op het neoliberalisme worden weergegeven. Als bronnen wordt gebruik gemaakt van de relevante primaire en secundaire literatuur. Hierna worden de mensbeelden geschetst die aan beide stromingen ten grondslag liggen. In het utilitarisme is het nutsprincipe, dat inhoudt dat wat goed is gelijk staat aan wat het grootste geluk brengt aan het grootste aantal mensen, fundamenteel en alomvattend. In het neoliberalisme is de vrije markt het belangrijkste organiserende element in de samenleving.
    Alvorens in te gaan op de te hanteren toetsingscriteria wordt een definitie gegeven van het begrip gemeenschapszin. Voor het bepalen van de toetsingscriteria wordt gebruik gemaakt van de opvattingen over het belang van de gemeenschap van Aristoteles, Charles Taylor, Hannah Arendt, Karl Popper en John Rawls. Alle vijf deze denkers beschouwen de gemeenschap als betekenis gevend voor het handelen van het individu. Taylor en Arendt staan uitermate kritisch ten opzichte van het hedendaagse verregaande individualisme. Na decennia van marktwerking en individualisme zijn we overtuigd van het idee dat wat goed is voor het individu ook goed is voor het collectief. Het idee is dat als we de individuele voorkeuren samenvoegen we als vanzelf krijgen wat voor de samenleving van belang is. Maar die redenering is veel te simpel: het uitsluitend nastreven van het eigen belang ondermijnt het collectieve belang. Het collectieve belang is essentieel anders dan het individuele belang. Taylor en Arendt pleiten voor meer aandacht voor het collectieve, voor de gemeenschap. Popper stelt de open samenleving duidelijk zowel boven de gesloten samenleving als tegenover het in zijn tijd voorkomende totalitarisme. Rawls ontwikkelt een theorie voor een rechtvaardige samenleving. Hij schets de procedure om te komen tot een rechtvaardige samenleving en vraagt expliciet aandacht voor de minstbedeelden. Aan de hand van hun denken worden zes criteria geformuleerd waarop het utilitarisme en het neoliberalisme getoetst kunnen worden ten aanzien van het element gemeenschapszin.
    Tenslotte worden drie suggesties gedaan om de betrokkenheid van de burgers bij de gemeenschap te vergroten. Eén van de suggesties raakt de rol van politieke partijen die het publieke engagement zouden moeten versterken en daarmee meer moeten doen dan zorgen voor kandidaten voor bestuurlijke en vertegenwoordigende organen.
    Als conclusie komt naar voren dat in de toetsing het utilitarisme een duidelijk betere score laat zien dan het neoliberalisme ter zake gemeenschapszin. Dat betekent dat het neoliberale marktdenken ruimte zal moeten bieden aan versterking van de gemeenschap. De markt zal zich moeten richten op waar de markt goed in is: het op efficiënte wijze produceren van goederen en diensten. De homo economicus gericht op het eigen belang zal zijn positie moeten delen met de homo politicus gericht op de gemeenschap.
    Date of Award6 May 2024
    Original languageDutch

    Keywords

    • politieke filosofie
    • utilitarisme
    • neoliberalisme

    Master's Degree

    • Master Kunst en Cultuurwetenschappen

    Cite this

    '