Een betrokkene kan na een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens door een verwerkingsverantwoordelijke immateriële schade lijden; zijnde niet-vermogensschade. In deze scriptie is onderzocht in welke gevallen de rechter de betrokkene (ook wel benadeelde) een dergelijke immateriële schadevergoeding mag toekennen. Ook is verkend wanneer aan de criteria voor toekenning van een immateriële schadevergoeding na een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens is voldaan. Dit onderzoek heeft een beschrijvend, evaluerend en normatief karakter. Allereerst is de rechtsgeschiedenis en de huidige stand van het recht met betrekking tot het leerstuk van de immateriële schade uit het Burgerlijk Wetboek beschreven. Hierna is beschreven wat persoonsgegevens zijn en wanneer de Algemene verordening gegevensbescherming van toepassing is. Vervolgens is geëvalueerd of en in welke gevallen er recht bestaat op een vergoeding van immateriële schade na het onrechtmatig verwerken van persoonsgegevens. Ten slotte zijn enkele aanbevelingen gedaan die de huidige norm met betrekking tot immateriële schadevergoeding na een onrechtmatige gegevensverwerking mogelijk kunnen aanvullen.
Date of Award | 20 Oct 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
- persoonsgegevens
- schade
- immateriële
- onrechtmatig
- betrokkene
- verwerkingsverantwoordelijke
- Master Gegevensbescherming en Privacyrecht
‘De immateriële schadevergoeding in het gegevensbeschermingsrecht als stok achter de deur’: Het onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens door een organisatie en de daardoor ontstane immateriële schade bij de betrokkene
Mastenbroek, A. (Author). 20 Oct 2021
Student thesis: Master's Thesis