Omtrent het legaliteitsbeginsel zijn verschillende opvattingen. Volgens sommige auteurs staat de vrijheid van burgers centraal en vereist belastend overheidsoptreden een wettelijke bevoegdheidsgrondslag. Andere auteurs stellen dat eenzijdig optreden van de overheid waarbij de rechtspositie van burgers verandert een wettelijke bevoegdheidsgrondslag vereist, zo ook het verlenen van een omgevingsvergunning. Er kan een discrepantie ontstaan tussen de verwachting van de burger en de bedoeling van het bestuursorgaan. De burger kan zich dan uiteindelijk tot de rechter wenden voor een beroep op het vertrouwensbeginsel. Tot aan 2017 hield de Afdeling een strikte bevoegdheidsleer aan, de toezegging moest gedaan zijn door een bevoegd persoon. In 2017 oordeelde de Afdeling dat dit niet noodzakelijk is en verruimde de bevoegdheidsleer. A-G Wattel is gevraagd conclusie te nemen inzake het vertrouwensbeginsel, in navolging daarvan heeft de Afdeling de uitspraak Amsterdamse dakopbouw gewezen. Hierbij is tevens de verruimde bevoegdheidsleer aangehouden. Dit leidt niet tot een andere interpretatie van het legaliteitsbeginsel dan wanneer de strikte bevoegdheidsleer wordt aangehouden. Conclusie: de jurisprudentielijn van de Afdeling met betrekking tot de uitleg en toepassing van het vertrouwensbeginsel heeft geen invloed op de interpretatie van het legaliteitsbeginsel
Date of Award | 15 Apr 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- legaliteitsbeginsel
- vertrouwensbeginsel
- bevoegdheidsleer
- jurisprudentielijn
- omgevingsrecht
- toetsingskader
De impact van de jurisprudentielijn omtrent het vertrouwensbeginsel op de interpretatie van het legaliteitsbeginsel: Een analyse van de rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State omtrent het toekennen van een beroep op het vertrouwensbeginsel en de invloed van de ontwikkelingen op de interpretatie van het legaliteitsbeginsel.
van Gorkom, M. C. (Author). 15 Apr 2021
Student thesis: Master's Thesis