AchtergrondLeerkrachten in het Primair Onderwijs (PO) maken nog weinig gebruik van het leren in online leernetwerken om zich te professionaliseren. Wanneer leerkrachten al wel gebruik maken van netwerken is er weinig verdieping in de interactie en gezamenlijke kennisconstructie. DoelBinnen dit onderzoek is onderzocht of het bieden van structuur en begeleiding in de vorm van een training, de kwantiteit en de kwaliteit van de interactie verbetert en daarnaast wat de invloed hiervan is op de gecreëerde waarde in online leernetwerken. Deelnemers, procedure en onderzoeksontwerpHet onderzoek bestaat uit een experimenteel ontwerp. Aan het onderzoek hebben 51 leerkrachten uit het PO deelgenomen. Er zijn negen netwerken gevormd, verspreid over drie condities: een trainingsconditie, een informatieconditie en een controleconditie. Binnen de trainingsconditie is een online training aangeboden gebaseerd op het 4C/ID-model. Het doel van de training was het aanleren van online leernetwerkvaardigheden. Gedurende tien weken is de kwantiteit en de kwaliteit van de interactie gevolgd. Na afloop van de interventieperiode hebben 45 deelnemers de waardecreatieverhalen ingevuld. Door middel van een theoretische en thematische analyse zijn deze waardecreatieverhalen geanalyseerd. Ter verificatie van de thematische analyse heeft er een membercheck en een panelgesprek plaatsgevonden. MeetinstrumentenDe kwantitatieve resultaten zijn verwerkt met behulp van SPSS. De kwaliteit van de interactie in de online leernetwerken is geanalyseerd met behulp van het Interactie Analyse Model (IAM) van Gunawardena, Lowe en Anderson (1997). De gecreëerde waarde is geanalyseerd aan de hand van de cycli van waarde en de typische indicatoren daarvan (Wenger, Trayner, & De Laat, 2011). Daarnaast is een thematische analyse gedaan door middel van open coding, axial coding en selectieve coding (Creswell, 2018). ResultatenIn de trainingsconditie hebben de deelnemers geen gebruik gemaakt van de trainingsmaterialen, hooguit van de informatie. Hierdoor is het verschil tussen de interventies in de informatieconditie en de trainingsconditie weggevallen. De resultaten van beide condities worden daarom samengenomen. Uit de kwantitatieve en de kwalitatieve resultaten blijkt dat er te weinig interactie in de verschillende condities is geweest. Uit de thematische analyse van de waardecreatieverhalen zijn de volgende thema’s afgeleid: tijd en prioriteit, direct contact, actuele vragen en directe opbrengst, investeren en leerconcepties. Conclusie en discussieDe hoofdvraag en de deelvragen kunnen op basis van dit onderzoek niet worden beantwoord, omdat er geen gebruik is gemaakt van de training en er weinig interactie heeft plaatsgevonden. Uit de waardecreatieverhalen blijkt dat veel deelnemers leerconcepties hebben die gericht zijn op kennisconsumptie en directe opbrengsten. De overtuigingen en verwachtingen van de deelnemers hebben een grote rol gespeeld bij de leeraanpak van de deelnemers. Hierdoor hebben de deelnemers weinig gebruik gemaakt van de trainingsmodelijkheden en zijn de leerconcepties niet veranderd, maar eerder bevestigd. De deelnemers hebben niet ervaren dat door de dialoog aan te gaan kennis kan worden verdiept. Ook heeft het leerklimaat binnen de organisatie geen positieve invloed gehad op de leerconcepties van de deelnemers. Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen of het trainen van online netwerkvaardigheden gebaseerd op het 4C/ID-model bij een kwalitatieve leerconceptie wel leidt tot meer interactie en verdieping.
- leernetwerk
- interactie-analyse
- waardecreatieverhalen
- Master Onderwijswetenschappen
De Invloed van het Trainen van Online Netwerkvaardigheden op de Kwaliteit en Kwantiteit van Interactie
Nijhof, M. (Author). 29 Jul 2019
Student thesis: Master's Thesis