De invloed van interne audits op de kwaliteitscultuur in het primair onderwijs

Translated title of the thesis: The effect of internal audits on quality culture in primary education
  • Eveline Langhorst

    Student thesis: Master's Thesis

    Abstract

    Achtergrond: Sinds augustus 2017, met de komst van het nieuwe waarderingskader van de Onderwijsinspectie, zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Omdat het bestuur van de West-Nederlandse onderwijsstichting X weinig zicht heeft op de onderwijskwaliteit in haar scholen, heeft het bestuur besloten een onafhankelijk auditteam aan te stellen, dat interne audits gaat uitvoeren op de scholen. Het doel van die audits is om beter zicht te krijgen op de kwaliteit van het onderwijs en de scholen te stimuleren tot verbetering en borging. Het bestuur heeft een eigen kwaliteitskader ontwikkeld conform aan het waarderingskader van de Onderwijsinspectie. De kwaliteitscultuur is hierin een belangrijk onderdeel. Echter is de kwaliteitscultuur, waar nog geen goed geformuleerde definitie van is, door zijn aard zeer moeilijk meetbaar en is een verkenning hierop gewenst. Doel: Het doel van dit onderzoek is om te verkennen of het inzetten van interne audits een relatie heeft met de kwaliteitscultuur. Vanuit de literatuur weten we dat de kwaliteitscultuur niet los te zien is van de organisatiecultuur en dat er een waarschijnlijke relatie zit tussen de interne audits, de organisatiecultuur en het kwaliteitsbesef. Op vier scholen voor primair onderwijs werden deze mogelijke relaties verkend. Deelnemers, procedure, onderzoeksontwerp: Vier scholen binnen schoolbestuur X hebben meegedaan aan dit quasi-experiment. De scholen A, B, D en F werden gevraagd vragenlijsten in te vullen om de organisatiecultuur en het kwaliteitsbesef te meten. Tussen de eerste en tweede meting ontvingen de scholen A en B een interne audit. Alle respondenten deden mee op vrijwillige basis, waardoor het percentage respondenten per meting verschilt. Verwachtingen: Vanuit de literatuur wordt verwacht dat de familiecultuur het meest dominant wordt ervaren, dat de ervaren familie- en adhocratiecultuur zal toenemen tussen de metingen, dat het kwaliteitsbesef van school A en B toenemen, dat er een ondubbelzinnige relatie is tussen de organisatiecultuur en het kwaliteitsbesef en de perceptie van deze twee scholen over het auditteam positiever zijn na de interne audits. Meetinstrumenten: De respondenten van de scholen ontvingen twee vragenlijsten: de Organizational Culture Assessment Instrument (OCAI) van Cameron & Quinn (2018) en een instrument om het kwaliteitsbesef te meten van Davies en Ellison (1997). De vragenlijsten zijn uitgebreid met twee open vragen over de perceptie van kwaliteit en de inzet van een auditteam. De data van de vragenlijsten zijn geanalyseerd via het softwareprogramma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS), waarbij zoveel mogelijk gebruik is gemaakt van non-parametrische toetsen vanwege het geringe respons. De antwoorden van de open vragen zijn via codering geanalyseerd. Resultaten: Zowel in de voor- als in de nameting blijkt de familiecultuur dominant te zijn. School D ervaart een significant mindere familiecultuur in vergelijking met de andere scholen. Er is, behalve op sub-variabeleniveau, geen correlatie gevonden tussen organisatiecultuur en kwaliteitsbesef. Tussen de twee metingen zit alleen een verschil voor school B op de kwaliteit van het onderwijs richting leerlingen. Dit is te verklaren vanuit de ontwikkeling die school B heeft gemaakt op leerlingenzorg als gevolg van de interne audit. Conclusie: Zoals verwacht is de familiecultuur op de scholen het meest dominant ervaren. Tussen de twee metingen nam niet naar verwachting de familie- en adhocratiecultuur toe. Alleen voor school B is naar verwachting het kwaliteitsbesef toegenomen. Echter is dit alleen op de kwaliteit van het onderwijs richting de leerlingen wat een sub-variabele is van de variabele kwaliteitsbesef. Het onderzoek werd beperkt door de geringe data en door de korte tijd. Behalve voor school B is voor de andere scholen en de verwachte relaties niets te zeggen. Vanuit de data van de open vragen kan wel voorzichtig geconcludeerd worden dat de scholen die een audit hebben gehad een positievere perceptie hebben tegenover de inzet van een auditteam.
    Date of Award10 Jan 2020
    Original languageDutch
    SupervisorSteven Verjans (Supervisor)

    Keywords

    • interne audits
    • kwaliteitscultuur
    • primair onderwijs
    • schoolbestuur
    • kwaliteitskader

    Master's Degree

    • Master Onderwijswetenschappen

    Cite this

    '