In deze scriptie is gepoogd antwoord te geven op de vraag of voor de opsporingsbevoegdheid infiltratie zwaardere toepassingsvoorwaarden zouden moeten gelden, gelet op de voorwaarden die het Hof van Justitie van de Europese Unie in het recent gewezen Prokuratuur-arrest hanteert. Bij de inzet van infiltratie zal de opsporingsambtenaar soms zelf strafbare feiten moet plegen. Dit brengt een risico op corruptie en een onveilige werksituatie met zich mee. Ondanks dat het EU-recht niet van toepassing is op de inzet van infiltratie kan het toepassen van de EU-criteria bijdragen aan de invulling van de proportionaliteitstoets op grond van het Wetboek van Strafvordering. Het HvJ EU bepaalt dat er sprake dient te zijn van een autoriteit die voldoende waarborgen van onafhankelijkheid biedt aan de burger. In de huidige situatie is de officier van justitie de bevoegde autoriteit. Daarnaast vult het HvJ EU de proportionaliteitstoets in door deze te toetsen aan het ‘serious crime’ criterium. In deze scriptie wordt voorgesteld om (1) de zwaardere criteria ten aanzien van de proportionaliteitstoets die worden gehanteerd door het HvJ EU door de Nederlandse wetgever op te laten nemen in het nieuwe wetboek ‘Modernisering Wetboek van Strafvordering’ voor toepassing van de inzet van infiltratie. En (2) de bevoegdheid tot het afgeven van een bevel infiltratie te verplaatsen naar de rechter-commissaris.
Date of Award | 16 May 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- infiltratie
- opsporingsbevoegdheden
- Hof van Justitie van de Europese Unie
- Prokuratuur-arrest
- serious crime
- rechterlijke autoriteit
De inzet van infiltratie: De toepassingsvoorwaarden die het Hof van Justitie van de Europese Unie hanteert in het Prokuratuur-arrest nader bekeken in het kader van de inzet van de zware opsporingsbevoegdheid infiltratie op grond van het Wetboek van Strafvordering.
Kooijman-Boeijmeer, C. A. J. (Author). 16 May 2022
Student thesis: Master's Thesis