In Nederland is er kritiek op de strafbaarstellingen van de delicten verkrachting en aanranding. Het vereiste bestanddeel ‘dwang’ is lastig te bewijzen nu verzet bij het slachtoffer niet altijd zichtbaar of aanwezig is. In het nieuwe wetsvoorstel wordt het kernbestanddeel ‘zonder wil’ centraal gesteld, dwang is daarnaast opgenomen als een strafverzwarende grond. Het blijft dan ook nog steeds enorm lastig om ongewenste seksuele handelingen waarin de dwang wel wordt ervaren maar niet duidelijk tot uiting komt, hetzelfde te behandelen als ongewenste seksuele handelingen waarin de dwang wel zichtbaar is. In artikel 36 van het Verdrag van Istanbul wordt de positieve verplichting opgelegd aan de lidstaten om de strafbaarstellingen van de seksuele delicten niet te baseren op het bestanddeel ‘dwang’ maar op het bestanddeel ‘vrijwillige toestemming’. Een logische keuze zou de terminologie ‘zonder toestemming’ zijn geweest in vergelijking met de jurisprudentie uit de algemene wet op het binnentreden. Het verdient aanbeveling dat de juiste terminologie gehanteerd wordt in het wetsvoorstel om te voldoen aan de verdragsverplichting, waarbij het bestanddeel ‘dwang’ niet als verzwaringsgrond gehanteerd zou moeten worden. Door deze mogelijkheid open te houden zijn de strafbaarstellingen namelijk nog steeds niet gebaseerd op vrijwillige toestemming.
Date of Award | 11 May 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
- zonder wil
- ongewenste seksuele handelingen
- vrijwillige toestemming
- wetsvoorstel seksuele misdrijven
- strafbaarstelling aanranding en verkrachting
- bestanddeel dwang
De juiste strafbaarstelling voor alle onvrijwillige seksuele handelingen : Wetsvoorstel ‘Seksuele misdrijven’
van der Hoff, M. L. (Author). 11 May 2021
Student thesis: Master's Thesis