Abstract
De afgelopen jaren is de roep om maatwerk binnen het bestuursrecht steeds groter geworden. Niet alleen in de literatuur, maar ook in de politiek is hier inmiddels aandacht voor. Iedereen is het er over eens dat er binnen het bestuursrecht meer aandacht moet komen voor de individuele omstandigheden van de burger, maar niet altijd is duidelijk of een bestuursorgaan ook wel de bevoegdheid dan wel verplichting heeft om maatwerk toe te passen. Dit speelt bijvoorbeeld bij de verplichte terugvordering van bijstand. Artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet (Pw) verplicht bestuursorganen namelijk om terug te vorderen als bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht.In dit onderzoek wordt bezien of een bestuursorgaan bij de uitoefening van de verplichte terugvordering uit hoofde van artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet maatwerk kan leveren.
Geconcludeerd wordt dat bij de uitvoering van artikel 58, eerste lid, van de Pw maatwerk kan worden geleverd. Dit kan niet op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pw, zelf omdat dit een gebonden bestuursbevoegdheid betreft en er geen mogelijkheid bestaat om het evenredigheidsbeginsel contra legem toe te passen. Wel kan op grond van de hardheidsclausule van artikel 58, achtste lid, van de Pw maatwerk worden geleverd als er sprake is van dringende redenen.
Date of Award | 25 Nov 2024 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- Participatiewet
- terugvordering
- gebonden bestuursbevoegdheid
- maatwerk
- evenredigheid
- hardheidsclausule
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid