Abstract
In België is de procedure voor Inning van Onbetwiste Schulden (IOS) ingevoerd. Deze buitengerechtelijke procedure voor onbetwiste geldvorderingen zorgt ervoor dat een gerechtsdeurwaarder een executoriale titel kan uitvaardigen en deze ten uitvoer kan leggen. Dit is een verandering ten opzichte van de ‘klassieke’ incassoprocedure, waarin de schuldenaar altijd voor de rechter wordt gedaagd en de rechter een vonnis wijst. De klassieke incassoprocedure is ook de standaardprocedure in Nederland. De vraag in dit onderzoek is of een Nederlandse gerechtsdeurwaarder, in lijn met de IOS-procedure, een executoriale titel zou moeten kunnen uitvaardigen in zaken waarin onbetwiste geldschulden worden gevorderd door een schuldeiser.De conclusie van dit onderzoek is dat juridisch dogmatisch een IOS-procedure in Nederland ook mogelijk is. De Grondwet en/of andere wetgeving biedt/bieden hiervoor de ruimte. Wel zal de procedure tweeledig moeten zijn, gebaseerd op de soort overeenkomst die aan de vordering ten grondslag ligt. In B2C-overeenkomsten dient er namelijk een extra rechterlijke (ambtshalve) toets in de procedure te zijn, die toetst op dwingendrechtelijk Europees consumentenrecht ter bescherming van de consument. In B2B-zaken is een dergelijke toets niet nodig en zou een gerechtsdeurwaarder sneller een executoriale titel kunnen uitvaardigen. De noodzaak tot een dergelijke procedure lijkt in Nederland echter niet nodig.
Date of Award | 23 Oct 2020 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- incasso
- dagvaarding
- gerechtsdeurwaarder
- schuldenproblematiek
- IOS-procedure
- consumentenrecht
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid