Abstract
De centrale vraag in deze studie was of er grenzen zijn aan het antropomorfisme, het projecteren van menselijke eigenschappen op dieren. Bij het beschrijven van de maatschappelijke discussie over dit onderwerp werd duidelijk dat naarmate dieren minder worden ingezet als instrument voor de mens, er meer ruimte ontstaat voor de subjectieve ervaringen van dieren. Tachtig procent van de Nederlanders vindt dat dieren het moreel recht hebben om te leven. Er gaan steeds meer stemmen op om dieren burgerrechten te geven en te voorkomen dat dieren onder mensonterende omstandigheden leven en sterven in de bio-industrie, in proefdierlaboratoria en in dierentuinen.In het wetenschappelijk debat zijn er toenemend aanwijzingen dat dieren net als mensen beschikken over emoties, intelligentie en bewustzijn. Dit antropomorfisme is volgens veel biologen niet langer een intellectuele doodzonde maar eerder een bruikbaar heuristisch onderzoeksmodel. Een aantal wetenschappers blijven antropomorfisme echter betitelen als een dwaalspoor. Zij zijn van mening dat dieren geen, en mensen wel moraliteit kennen. Martha Nussbaum pleit voor een mondiale rechtvaardigheid voor alle wezens die over bewustzijn beschikken. Daartoe ontwikkelde zij een serie capabiliteiten die te gebruiken zijn als richtlijn voor een rechtvaardige behandeling van mensen. Zij wil deze zelfde capabiliteiten ook laten gelden voor dieren. Het begrip antropomorfisme is hier dus maximaal van toepassing. Ze streeft naar een samenleving met rechten en plichten die zo veel mogelijk dieren in staat moet stellen een bevredigend leven te leiden.
Duidelijk wordt in deze scriptie dat er veel gaande is in de relatie tussen mensen en dieren. Op veel fronten wordt er met meer respect naar dieren gekeken. Dit leidt in de nabije toekomst tot een veranderend perspectief voor dieren en mensen in de vorm van aanpassingen in de wetgeving, het ontmantelen van de bio-industrie, inkrimping van de veestapel, alternatieven voor proefdieronderzoek, afschaffing van dierentuinen en dierententoonstellingen, verbod op de jacht en verbod op de hobbyvisserij. Voor mensen zullen deze maatschappelijke verschuivingen consequenties hebben voor de prijzen van levensproducten en voor de consumptie van vlees. Er zijn geen aanwijzingen dat de trend naar een diervriendelijker samenleving plotseling zal stagneren
Of Martha Nussbaum met haar capabiliteitsbenadering zorgt voor een kantelpunt in het debat over antropomorfisme is onwaarschijnlijk. Daarvoor gingen haar teveel wetenschappers met gelijksoortige denkbeelden voor. Haar standpunt staat niet aan de basis van een nieuw paradigma in de bio-ethiek. Met haar veelomvattende theoretische benadering en haar grote bereik zou zij echter best het boegbeeld van een maatschappelijke en wetenschappelijke wending in het denken over dieren kunnen worden.
Date of Award | 26 Jul 2024 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Herman Simissen (Supervisor) & Jeroen Vanheste (Examiner) |
Keywords
- capabiligteitstheorie
- dierenrechten
- dierenwelzijn
- Martha Nussbaum
Master's Degree
- Master Kunst en Cultuurwetenschappen