Abstract
Leerlingen krijgen op school te maken met verschillende sensorische prikkels (SP). Deze prikkels moeten verwerkt en beoordeeld worden; Welke prikkel krijgt aandacht en welke niet?Hierbij spelen executieve functies (EF’s) een rol. EF’s en SP beïnvloeden elkaar mogelijk wederzijds. Het zou kunnen dat leerlingen die problemen ervaren met SP en EF’s minder goed kunnen presteren op school. Veel van het onderzoek dat tot nu toe gedaan is, richtte zich op SP en EF’s als losse constructen en is gedaan bij klinische populaties of bij jonge kinderen. Minder is nog bekend over de directe relatie tussen SP en EF’s, en over deze processen bij niet-klinische populaties en adolescenten.
Doel van dit onderzoek is meer kennis te verwerven over de mogelijke samenhang tussen SP en EF’s bij leerlingen van het praktijkonderwijs, de havo en het vwo. Daarnaast is het een doel om de invloed hiervan op schoolprestaties te onderzoeken zodat docenten, ouders en andere professionals beter kunnen inspelen op problemen die kunnen voortkomen uit niet-optimale SP of EF’s in relatie tot schoolprestaties.
In dit onderzoek is de relatie tussen SP, EF’s en schoolprestaties onderzocht door middel van een correlationeel onderzoek. 141 leerlingen uit het voortgezet onderwijs waarvan 48 leerlingen van een havo/vwo school en 93 leerlingen uit het praktijkonderwijs, hebben deelgenomen aan het onderzoek. Leerlingen varieerden in leeftijd tussen 12 tot 20 jaar. Leerlingen zijn geselecteerd op basis van convenience sampling.
Om de SP van leerlingen te meten werd de Nederlandse versie van de Adolescent/Adult Sensory Profile gebruikt. Om de EF’s te meten werden vier testen afgenomen: (1) het werkgeheugen/updating werd gemeten met een aanpaste versie van de digit span test; (2) inhibitie werd gemeten met een aangepaste versie van de Stroop colour-word interference-test; (3) shifting werd gemeten met de trail-making test; (4) aandacht werd gemeten met de d2 test. Om de schoolprestaties te meten werden bij de havo/vwo leerlingen ook de gemiddelde toetscijfers voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde gebruikt; de toetsen bij de leerlingen in het praktijkonderwijs waren sterk verschillend van die voor de havo/vwo leerlingen, en zijn daarom niet meegenomen in de analyses.
Jongens hadden een vaker een lagere drempel voor sensorische prikkels dan meisjes. Jongens waren hierbij zowel meer prikkelvermijdend als prikkelgevoelig. Leerlingen van de havo en het praktijkonderwijs vertoonden minder prikkelzoekend gedrag dan leerlingen van het vwo.
Er is in dit onderzoek weinig ondersteuning gevonden voor de voorspelde relatie tussen SP en EF’s. Er werd slechts één verband gevonden, namelijk dat tussen PV en inhibitie: Meer prikkelvermijdend gedrag was gerelateerd aan een betere inhibitie. Inhibitie interacteerde ook met PV bij de voorspelling van de prestaties bij het vak Engels: Leerlingen van de havo/vwo die meer dan gemiddeld prikkelvermijdend waren en een goede inhibitie hadden, hadden betere toetsresultaten bij het vak Engels. Hoewel het verband tussen een grotere prikkelvermijding, inhibitie en prestaties verklaard kan worden uit een betere selectieve aandacht, gaat het resultaat in tegen de voorspelling dat een optimale prikkelvermijding (in plaats van meer dan anderen prikkels te vermijden) tot de beste prestaties zou leiden.
Docenten, ouders en andere professionals kunnen leerlingen die prikkelvermijdend zijn helpen hun prestaties te verbeteren door het aanleren van strategieën om reacties op prikkels te onderdrukken. Aangezien de steekproef in het huidige onderzoek klein was, zou toekomstig onderzoek gebruik moeten maken van een grotere steekproef die idealiter ook breder is, en ook leerlingen van het vmbo bevat.
Date of Award | 9 Nov 2019 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Céleste Meijs (Supervisor) |
Keywords
- sensorische prikkelverwerking
- executieve functies
- schoolprestaties
- voortgezet onderwijs
Master's Degree
- Master Onderwijswetenschappen