Het onderzoek heeft zich gericht op het uitleveren van een opgeëist persoon die in de Verenigde Staten is veroordeeld door middel van het sluiten van een plea bargain. Nederland levert personen enkel uit op basis van een verdrag. Tussen Nederland en de Verenigde Staten geldt een Uitleveringsverdrag. Bij een executie-uitlevering na plea bargaining wordt Nederland verondersteld om het vertrouwen te hebben dat de Verenigde Staten bij de berechting van een opgeëist persoon de fundamentele rechten heeft gerespecteerd. Dat is op basis van het vertrouwensbeginsel. Gelet op artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) zijn hierop uitzonderingen mogelijk onder bijzondere omstandigheden. Er is geconcludeerd dat een executie-uitlevering vanuit Nederland naar de Verenigde Staten, na veroordeling middels plea bargaining, in beginsel verenigbaar is met de eisen die Nederland volgens het EVRM moet waarborgen, maar dat er ruimte is voor de verdediging om in concrete gevallen het tegendeel te bewijzen. Nederland zou dan niet aan een executie-uitlevering naar de Verenigde Staten mogen meewerken vanwege de verplichting voortvloeiend uit artikel 1 van het EVRM.
Date of Award | 2 Nov 2023 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- Nederland
- Verenigde Staten van Amerika
- Executie-uitlevering
- Plea bargain(in)
- Artikel 6 EVRM
- Interstatelijke vertrouwensbeginsel
De rol van Nederland bij een executie-uitlevering naar de Verenigde Staten van Amerika na plea bargaining
de Ruiter, H. W. (Author). 2 Nov 2023
Student thesis: Master's Thesis