In deze scriptie wordt gepoogd een antwoord te geven op de vraag of de rol van de intentie in de voorbije jaren bij de strafbare poging een meer prominente rol inneemt, zoals dat het geval is bij de strafbare voorbereiding. Tevens wordt dan bekeken hoe zich dat verhoudt tot ons daadstrafrecht en of er daarmee van een verschuiving van een daadstrafrecht naar een intentiestrafrecht kan worden gesproken. In de scriptie wordt eerst een inkijk gegeven in het soort strafrecht dat Nederland kenmerkt. Daarna wordt het leerstuk poging en de voor de ontwikkeling van dit leerstuk relevante jurisprudentie besproken. De onderzoeksvraag wordt nadien beantwoord door een analyse van gewezen jurisprudentie in de laatste jaren. In dit kader valt op dat de intentie voornamelijk aan bod komt bij de ondeugdelijke poging. Door het aannemen van strafbaarheid bij een ondeugdelijke poging en verschuiving van het accent naar een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf lijkt de intentie gaandeweg ook bij de strafbare poging een grotere rol te spelen. Dit betekent overigens niet dat het daadstrafrecht daarmee is verschoven naar een intentiestrafrecht omdat de intentie nog steeds gekoppeld is aan de waarneembare fysieke daad.
Date of Award | 23 May 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- poging
- intentie
- daadstrafrecht
- intentiestrafrecht
- ondeugdelijk
- subjectivering
De strafbare poging in het daadstrafrecht: ‘Neemt de intentie van de verdachte in de voorbije jaren een meer prominente rol in bij de strafbaarheid ter zake van poging?’
Anoniem (Author). 23 May 2022
Student thesis: Master's Thesis