Abstract
De opsporingsambtenaar maakt tijdens het onderzoek steeds meer gebruik van informatie die online beschikbaar is. Het overnemen van deze gegevens kan potentiële risico’s met zich meebrengen in de sfeer van de privacyschending.Op dit moment bevat het huidige Wetboek van Strafvordering nog geen expliciete grondslag voor het online verzamelen van persoonsgegevens via internet. Indien een opsporingsambtenaar online informatie wil vergaren dan kan hij dit doen op grond van de artikelen 3 Polw (algemene taakstelling), 126g Sv (stelselmatige observatie) en 126j Sv (stelselmatige inwinning van informatie). Om aansluiting te kunnen behouden met de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen van de 21ste eeuw heeft de regering een wetsvoorstel ingediend: artikel 2.8.2.4.1 Sv.
Naar aanleiding van het voorgestelde wetsartikel wordt in dit onderzoek getracht antwoord te geven op de volgende hoofdvraag: Is het criterium van stelselmatigheid in het voorgestelde artikel 2.8.2.4.1 uit het Wetboek van Strafvordering voldoende helder en is deze bepaling als geheel in overeenstemming met artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden?
Date of Award | 7 Dec 2020 |
---|---|
Original language | Dutch |
Keywords
- stelselmatigheid
- privacy
- persoonsgegevens
- publiek toegankelijke bronnen
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid