De Wmo procedure door de ogen van John Rawls

  • Femke Merkx

    Student thesis: Master's Thesis

    Abstract

    In de Wmo 2017 is De Kanteling vastgelegd. De Kanteling houdt in dat niet meer het aanbod, maar de vraag van de belanghebbende centraal staat. Beleidsregels blijven achterwege. Dit schuurt met het gelijkheidsbeginsel. Volgens John Rawls wordt dit beginsel geborgd door een billijke procedure in te richten en te volgen. Beleidsregels kunnen dan achterwege blijven. Billijk wil zeggen dat partijen daadwerkelijk gelijke kansen hebben. Ook de wetgever heeft gekozen voor een billijke procedure. Volgens de Wmo wetgever is de procedure billijk, omdat in de wet voldoende waarborgen zijn opgenomen om de gelijkwaardigheid te benadrukken. De waarborg is terug te vinden in het onderzoek van artikel 2.3.2 Wmo, de resultaatsverplichting, de cliƫntondersteuning en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In dit onderzoek is vastgesteld dat de Wmo procedure niet billijk is of niet juist wordt gevolgd. Er is sprake van een informatie achterstand, omdat begrippen niet duidelijk zijn en verduidelijking achterwege blijft. Verder is de Awb procedure ingewikkeld en dit doet afbreuk aan de positie van de belanghebbende. Ook is de rechtsbescherming in de Wmo beperkter in de Wmo dan in de Awb. Ten slotte blijkt uit rechtspraak dat het college de procedure van artikel 2.3.2 Wmo en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur onvoldoende in acht neemt.
    Date of Award26 Jun 2017
    Original languageDutch

    Master's Degree

    • Master Rechtsgeleerdheid

    Cite this

    '