Abstract
Deze scriptie gaat over vrouwelijke arbeidsmigranten (migrant domestic workers) die in particuliere dienst zijn van buitenlandse diplomaten. De arbeidsuitbuiting van migrant domestic workers vindt plaats in de privéwoning van de diplomaat en daarmee buiten het oog van de samenleving. Bij domestic servitude woont de migrant domestic worker in het huis van de diplomaat, is er sprake van zware negatie van haar vrijheid en worden de huishoudelijke diensten verleend in een situatie van dwang. De migrant domestic worker wordt ook als slaaf behandeld door de diplomaat. Diplomaten worden beschermd door de diplomatieke immuniteit en diplomatieke onschendbaarheid. Hierdoor is het onmogelijk om juridische stappen te ondernemen tegen de werkgever.Deze scriptie richt zich op de vraag in hoeverre de diplomatieke immuniteit en diplomatieke onschendbaarheid opgeheven of beperkt kan worden, als er sprake is van domestic servitude, danwel slavernij van migrant domestic workers. Het Verdrag van Wenen inzake het Diplomatiek Verkeer 1961 biedt mogelijkheden om maatregelen te treffen tegen de diplomaat, maar de staten zijn terughoudend vanwege de angst voor represailles. Vervolgens is onderzocht waarom het slavernijverbod niet wordt toegepast voor de extreemste situaties van domestic servitude. Er is noch in internationaal publiekrecht, noch in het academische discours consensus over de vraag of domestic servitude onder het slavernijverbod valt. Het knelpunt is de juridische definiëring van slavernij. Dit heeft gevolgen voor de toepassing van het slavernijverbod en veroorzaakt de juridische onderwaardering van domestic servitude.
Date of Award | 11 May 2022 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Supervisor | Wendy Guns (Supervisor) & Jan Willem Sap (Examiner) |
Keywords
- domestic servitude
- slavernij
- diplomatieke immuniteit
- diplomatieke onschendbaarheid
- migrant domestic workers
- huishoudelijk werk
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid