Abstract
Om het complexe karakter van de waardering van religieuze kunst tussen 1945-1968 inzichtelijker te maken, werd in deze studie de contemporaine kunstkritiek over het religieuze werk van Jaap Min als indicator ingezet om meer zicht te krijgen op de diversiteit van het katholieke kunstdebat in deze periode. De probleemstelling die hieruit volgde, was de vraag: in hoeverre werd de religieuze kunst van Jaap Min uit de periode 1945-1968 door de contemporaine kunstcritici beoordeeld in de context van het toenmalige kunstdebat?Om deze vraag te beantwoorden werden in drie tijdvakken in totaal 28 recensies over het monumentale en autonome religieuze werk van Jaap Min aan een ‘close-reading’ onderzoek onderworpen. Er werd gekeken welke goed- en afkeurende woorden de auteurs gebruikten om tot een waardeoordeel te komen. Om de context van de critici te duiden, werd ̶ waar mogelijk ̶ hun achtergrond nagegaan en gekeken of de dienende rol en de geloofsovertuiging van Jaap Min meewegende criteria voor hen waren. Ook werd onderzocht op welke wijze zij het monumentale of het autonome religieuze werk beoordeelden. Vervolgens kon worden vastgesteld welke positie de recensenten innamen binnen de verhouding traditie versus modern.
Hoewel de analyse van de tegengestelde woorden, de argumentatie en de context van de recensenten een grote verscheidenheid aan invalshoeken liet zien, konden binnen de katholieke gemeenschap drie groepen worden onderscheiden: een behoudend, een gematigd en een progressief kamp. Door de analysegegevens naast elkaar te leggen, werden verschuivingen van deze groepen en hun denkbeelden door de jaren heen zichtbaar en konden hun waardeoordelen geplaatst worden binnen het katholieke kunstdebat.
Alles overziend kan men concluderen dat ondanks de onderlinge diversiteit, een behoudende, gematigde of progressieve stellingname van de recensenten binnen het katholieke kunstdebat allesbepalend was voor hun beoordeling van Mins religieuze kunst. Dit waardeoordeel kon per groep wel in de loop van de tijd fluctueren van positief naar negatief of juist andersom. In de periode 1945-1951 werd Mins werk door de behoudende critici positief gewaardeerd. In de jaren 1952-1961 waren de behoudende én gematigd progressieve recensenten zeer te spreken over zijn religieuze kunst, maar plaatsten progressieve kunstcritici kritische kanttekeningen. In de jaren zestig nam de polemiek duidelijk af. Nu hadden enkele conservatíeve recensenten minder waardering voor Mins religieuze kunst, terwijl de groep eigentijdse kunstcritici juist vol lof was.
Date of Award | 8 Mar 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Jos Pouls (Supervisor) & Paul van den Akker (Examiner) |
Keywords
- Jaap Min
- katholieke kunstdebat
- religieuze kunst
Master's Degree
- Master Kunst en Cultuurwetenschappen