Abstract
De centrale vraag van dit onderzoek is of bij het nalaten een ander in nood te helpen alleen sprake is van onrechtmatigheid bij strijd met een wettelijke plicht (artikel 450 Sr) of dat dit ook gebaseerd kan worden op het ongeschreven recht en zo ja, wat de voorwaarden zijn bij het beoordelen van aansprakelijkheid. De vraag is beantwoord door literatuur- en jurisprudentieonderzoek.Aan alle vereisten van artikel 6:162 BW moet zijn voldaan. Bij de beoordeling van onrechtmatigheid zijn de voorwaarden van Van Dam het uitgangspunt. De aanbeveling is om de derde voorwaarde aan te passen, waardoor de voorwaarden luiden:
1) Iemand is getuige van een ander die het reële en onmiddellijke risico loopt op ernstig letsel of de dood en hij is zich van dit risico bewust.
2) Hij weet dat de ander het risico niet kent, of niet in staat is het zelf te vermijden.
3) De getuige heeft hulp verleend (indien dit mogelijk was) en/of hulp verschaft (wanneer hulp verlenen niet mogelijk was of wanneer de poging tot hulp verlenen niet slaagt en medische assistentie alsnog geboden is.
4) Het verlenen van hulp is mogelijk zonder dat hijzelf of anderen hierdoor redelijkerwijs gevaar duchten.
Date of Award | 12 Mar 2024 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- onrechtmatige daad
- maatschappelijke betamelijkheid
- zuiver nalaten
- (juridische) hulpverleningsplicht
- personen in nood
- schade
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid