Volgens de Inspectie van het Onderwijs (2020) zijn de Nederlandse schoolprestaties onder de maat. Ter verbetering ervan steekt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) in op schoolcurricula die de executieve functies (EF) zouden verbeteren, door inoefening van executieve vaardigheden middels bijvoorbeeld zelfsturend leren (Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO), 2020). Het jenaplanonderwijs is een voorbeeld van een dergelijk schoolcurriculum. Onduidelijk is echter of schoolcurricula die extra aandacht besteden aan het ontwikkelen van EF, daadwerkelijk leiden tot een verbetering ervan. Doel van dit onderzoek was inzichtelijk krijgen of verschillen bestaan op EF prestaties tussen leerlingen die deelnemen aan standaard onderwijs of aan jenaplanonderwijs. Op deze wijze wordt meer kennis verkregen over het mogelijke nut van de, door het OCW gekozen, onderwijsvernieuwing.
De EF prestaties van 64 leerlingen (9-13 jaar) uit het jenaplanonderwijs werden vergeleken met die van 80 leerlingen (9-13 jaar) uit het standaard basisonderwijs. De gemiddelde leeftijd, de verhouding tussen jongens en meisjes en het aantal leerlingen met een diagnose voor ADHD en/of autisme werd in beide groepen gelijk gehouden. Dit vanwege de invloed die deze factoren lijken te hebben op de ontwikkeling van de EF in deze leeftijdsfase (Lenroot & Giedd, 2006; Willcutt, Doyle, Nigg, Faraone, & Pennington, 2005). Dit resulteerde in een conditie voor jenaplanonderwijs met 32 meisjes (M = 10.54, SD = 0.90) en 32 jongens (M = 10.69, SD = 0.91) en een conditie voor standaard onderwijs met 40 meisjes (M = 10.58, SD = 0.93) en 40 jongens (M = 10.70, SD = 0.92). Naast verschillen tussen de twee onderwijstypen werd gekeken naar verschillen tussen jongens en meisjes op de EF prestaties.
Middels drie digitale tests en een vragenlijst werden de EF op neuropsychologisch(NP)- en gedragsniveau gemeten. Met de Stroop colour-word interference-test (Stroop, 1935), de visual digit span test, backward recall (Lumley & Calhoun, 1934) en de trail making test (Reitan, 1992) werden respectievelijk de kern-EF “inhibitiecontrole”, “werkgeheugen” en “cognitieve flexibiliteit” op neuropsychologisch niveau gemeten. De Executive Skills Questionnaire-Revised (ESQ-R) (Strait et al., 2019) werd gebruikt om de EF op gedragsniveau te meten en werd ingevuld door de leerkracht van de leerling.
De MANOVA (SPSS 24, IBM) toonde geen significant effect van onderwijstype op de EF van leerlingen. Wel scoorden meisjes significant beter dan jongens op de gedragsmatig gemeten EF. De exploratieve ANOVA’s toonden daarnaast een verschil tussen de onderwijstypen op de meting van “het werkgeheugen(NP)”, in het voordeel van het standaard basisonderwijs.
Uit voorliggend onderzoek kan worden geconcludeerd dat leerlingen (9-13 jaar) die deelnemen aan jenaplanonderwijs niet beter presteren op EF metingen dan leerlingen die deelnemen aan standaard onderwijs. Onderwijsvernieuwingen die curricula willen aanpassen door meer in te steken op de ontwikkeling van de EF, zullen waarschijnlijk niet resulteren in een daadwerkelijke verbetering van deze EF. Wel werden significante verschillen gevonden tussen de prestaties van jongens en meisjes op de gedragsmatig gemeten EF, waar deze er niet waren op neuropsychologisch niveau. Vervolgonderzoek naar mogelijke oorzaken voor deze verschillen is van belang.
Date of Award | 28 Jan 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Supervisor | Céleste Meijs (Supervisor) |
---|
- executieve functies
- jenaplanonderwijs
- basisonderwijs
- inhibitiecontrole
- werkgeheugen
- cognitieve flexibiliteit
- Master Onderwijswetenschappen
Een Vergelijking van de Executieve Functies tussen 9 tot 13-jarige Jongens en Meisjes in het Jenaplanonderwijs en het Standaard Basisonderwijs.
Ophuis-Cox, F. (Author). 28 Jan 2021
Student thesis: Master's Thesis