Het verwezenlijken van de aanspraak op vergoeding van immateriële schade is niet vanzelfsprekend en is vrijwel door alle tijden heen controversieel geweest. Niet alleen in de media, maar ook in de wetenschappelijke literatuur is in toenemende mate belangstelling voor het schadevergoedingsrecht bij inbreuk op de Algemene verordening gegevensbescherming. Artikel 82 van de Algemene verordening gegevensbescherming biedt de mogelijkheid om een aanspraak op schadevergoeding te verwezenlijken bij een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Tot op heden ontbreekt echter een gemeenschapsautonoom schadebegrip van het Hof van Justitie van de Europese Unie waardoor tot die tijd het nationale recht het schadebegrip inkleurt. De Hoge Raad heeft in het EBI-arrest gezichtspunten geformuleerd, die tot op de dag van vandaag nog door de rechters gehanteerd worden. Desalniettemin blijft de drempel voor toekenning van een vordering tot immateriële schadevergoeding onverminderd hoog. Centraal in deze masterthesis staat derhalve de vraag wat de maatstaf is voor het toekennen van immateriële schadevergoeding bij inbreuk op de Algemene verordening gegevensbescherming en in hoeverre deze maatstaf bijdraagt tot een betere bescherming van privacyrechten.
Date of Award | 10 Nov 2021 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
- Algemene verordening gegevensbeschermin
- Immateriële schadevergoeding
- privacy
- schadebegrip
- gegevensbeschrminsrecht
- autoriteit persoonsgegevens
Effectieve gegevensbescherming, een illusoire gedachte : Een onderzoek naar de (on)mogelijkheden om het recht op immateriële schadevergoeding onder de Algemene verordening gegevensbescherming te effectueren
Booms, D. (Author). 10 Nov 2021
Student thesis: Master's Thesis