Abstract
Internationaal is debat gaande over het belang van codeervaardigheden binnen het onderwijs in relatie met toekomstige beroepen. Meerdere landen hebben inmiddels codeervaardigheden in het onderwijs geïmplementeerd, echter in Nederland is dit nog niet het geval en dit kan schadelijk zijn voor de koppositie die Nederland als kenniseconomie heeft. Omdat docenten een sleutelfunctie hebben bij onderwijsvernieuwingen is het noodzakelijk dat zij positief staan ten opzichte van codeervaardigheden. Bij onderzoek naar ICT acceptatie wordt vaak het UTAUT model gebruikt. Bij dit model zijn performance expectancy, effort expectancy, social influence en facilitating conditions directe voorspellers van de intentie om een systeem te gebruiken. Deze behavioural intention is bepalend voor het daadwerkelijk gaan gebruiken van een systeem. Verder komt uit onderzoek naar voren dat bij docenten attitude een centrale rol speelt bij het gebruiken van nieuwe systemen.Met dit onderzoek zijn de opvattingen en overtuigingen van docenten in kaart gebracht en getoetst aan de hand van het UTAUT model. De resultaten dragen bij aan het onderzoek dat plaatsvindt rondom ICT acceptatie. Daarnaast geven de resultaten richting aan beleidsvraagstukken rondom codeervaardigheden in het onderwijs. Ook wordt de data gebruikt bij een internationaal vergelijkingsonderzoek rondom dit thema.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden onder docenten van het primair onderwijs en voorgezet onderwijs. In heel Nederland zijn diverse schoolleiders benaderd om een web-based survey te verspreiden onder hun docenten. Uiteindelijk hebben 107 docenten de vragenlijst ingevuld. De vragenlijst die hiervoor is gebruikt, is opgesteld om docentopvattingen te meten met betrekking tot codeervaardigheden voor internationaal vergelijkingsonderzoek. Voor dit onderzoek zijn een paar vragen toegevoegd om de constructen uit het onderzoeksmodel te kunnen meten.
Uit de resultaten komt naar voren dat performance expectancy, effort expectancy en attitude belangrijke voorspellers zijn op de behavioural intention. Facilitating conditions heeft daarnaast een beperktere samenhang met de behavioural intention. Voor de attitude blijkt dat deze voornamelijk door performance expectancy en effort expectancy wordt beïnvloed. Social influence blijkt geen significant verband te hebben met de behavioural intention. Ook zijn geen aanwijzingen gevonden dat geslacht, leeftijd en ervaring modererende effecten hebben op performance expectancy, effort expectancy, social influence en facilitating conditions.
Het gebruikte onderzoeksmodel is een goed uitgangspunt gebleken om de gebruiksintentie onder de onderzoeksgroep te bepalen. Attitude blijkt een directe voorspeller te zijn van de behavioural intention, terwijl dit in het oorspronkelijke UTAUT model niet het geval is. Vervolgonderzoek kan zich richten op de rol van verschillende componenten van attitude, zoals affectieve attitude en cognitieve attitude, binnen het UTAUT model. Met betrekking tot de praktijkrelevantie blijkt dat docenten in het basisonderwijs een hogere attitude hebben dan docenten in het voortgezet onderwijs. Het is echter speculeren naar een verklaring hiervoor. Om de gebruiksintentie van docenten te verhogen kunnen beleidsmakers zich het beste richten op het verbeteren de effort expectancy, door bijvoorbeeld scholingvan docenten en het faciliteren van het opdoen van codeervaardigheden. Verder zijn er aanwijzingen dat facilitating conditions een drempel is in het daadwerkelijk gebruik en dit kan verder onderzocht worden door middel van diepte interviews bij docenten.
Date of Award | 30 Nov 2018 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Marcus Specht (Supervisor) |
Keywords
- Codeervaardigheden
- computational thinking, attitude
- UTAUT model
- ICT acceptatie docentopvattingen
Master's Degree
- Master Onderwijswetenschappen