In dit onderzoek is getoetst of de wettelijke kaders van de Fraudewet, het huidige boeteregime en het voorstel tot wijziging van de Fraudewet voldoen aan de eisen van de evenredigheidsbepalingen van het EVRM en de Awb. Toetsing heeft plaatsgevonden aan de hand van de drie evenredigheidselementen, te weten de ernst van de overtreding van de inlichtingenplicht, de mate waarin de overtreding de overtreder te verwijten valt en de omstandigheden van het geval waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden. In het onderzoek is onder andere vastgesteld dat het huidige op de uitgangspunten van de CRvB gebaseerde boeteregime de uitvoeringsorganisaties in voldoende mate ruimte biedt om rekening te houden met de elementen van het evenredigheidsbeginsel. Verder is vast komen te staan dat met de codificatie van de uitgangspunten van de CRvB in het voorstel tot wijziging van de Fraudewet tekortkomingen met betrekking tot het evenredigheidsbeginsel grotendeels worden opgelost. In het onderzoek is daarom geconcludeerd dat het huidige boeteregime en het voorstel tot wijziging van de Fraudewet voldoen aan de evenredigheidseisen van het EVRM en de Awb.
Date of Award | 11 Aug 2016 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
Evenredigheid in de fraudewet: Een toetsing van de wettelijke kaders van de Fraudewet, het huidige boeteregime en het voorstel tot wijziging van de Fraudewet aan de eisen van de evenredigheidsbepalingen van het EVRM en de Awb.
Voorst, A. H. V. (Author). 11 Aug 2016
Student thesis: Master's Thesis