Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer: welke mogelijkheden biedt het Burgerlijk Wetboek de beschadigde werknemer?

Abstract

In deze masterscriptie is onderzocht welke civielrechtelijke mogelijkheden een werknemer heeft om de door hem geleden schade ten gevolge van grensoverschrijdend gedrag door een collega, te verhalen op zijn werkgever. Uit dit onderzoek blijkt dat een werknemer verschillende mogelijkheden heeft. Zo kan de werknemer stellen dat de werkgever zijn zorgplicht niet is nagekomen, zich niet heeft gedragen als een goed werkgever, wanprestatie of zelfs een onrechtmatige daad heeft gepleegd. De voor de praktijk meest relevante grondslag is het schenden van de zorgplicht. De werknemer kan daarnaast aan de kantonrechter verzoeken om een billijke vergoeding indien hij meent dat de ontbonden arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Deze vergoeding beoogt compensatie te bieden voor het gedrag van de werkgever. Voor zowel de schadevergoedingen als de billijke vergoeding geldt dat zowel materiele als immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. Mijn aanbeveling is, gelet op de grote rol van publiekrechtelijke veiligheidsvoorschriften bij de invulling van de zorgplicht, om art. 7:658 lid 1 BW aan te passen op een wijze die deze grote rol benadrukt. Daarnaast beveel ik aan om de rechtsregel uit het New Hairstyle I-arrest die ziet op het begroten van de billijke vergoeding, te codificeren.

Date of Award	13 Jun 2024
Original language	Dutch
Awarding Institution	Department of Private Law