Abstract
Het effect van formatief toetsen op 21e-eeuwse vaardigheden in het MBOHet duiden van effecten middels studentpercepties van het formatief docenthandelen
Helma Uelderink- Kalter
Formatief toetsen heeft potentie om het leren van 21e-eeuwse vaardigheden bij studenten te stimuleren. Hierbij is de rol van de docent cruciaal. Alleen blijkt uit bestaand onderzoek dat effectstudies in het MBO ontbreken. Daarnaast is er behoefte aan meer informatie over hoe docenten formatief toetsen succesvol kunnen implementeren, vanuit het perpectief van de student.
Het doel van dit onderzoek in het MBO was om empirisch bewijs te verzamelen over de effecten van formatief toetsen op het leren van 21e-eeuwse vaardigheden bij studenten. Daarnaast was het doel om deze effecten te verklaren vanuit ervaringen van studenten met formatief docenthandelen. Deze onderzoeksresultaten geven een aanzet tot theorievorming voor het MBO en resulteren in aanbevelingen wat betreft effectief formatief docenthandelen.
Het onderzoek vond plaats binnen een MBO school tijdens een halfjaarlijks Kunst en Cultuurarrangement. De deelnemers waren alle eerste jaars MBO studenten Zorg en Welzijn. Bij de experimentele groep hoorden 144 studenten en acht docenten, bij de controlegroep hoorden 82 studenten en vijf docenten. Het onderzoeksontwerp betrof een mixed method design. De experimentele groep kreeg een interventie aangeboden. Deze interventie bestond uit de toepassing van een cyclische formatieve toetspraktijk middels een rubric, persoonlijk ontwikkelplan en een professionaliseringstraject voor docenten. De kwantitatieve data is verzameld aan de hand van de vragenlijst Thermometer21 (Move21). Deze data is geanalyseerd met een Mixed ANOVA. Er is onderzocht of de interventie leidde tot een grotere toename in vaardigheidsniveau van de studenten uit de experimentele groep in vergelijking met de controlegroep. De kwalitatieve data is na de interventie verzameld aan de hand van groepsinterviews met vier groepen รก acht studenten uit de experimentele groep. Deze data is geanalyseerd met behulp van een codeboom om de ervaringen van studenten met waarnembare formatieve toetscompetenties in kaart te brengen. Middels deze ervaringen gaven studenten betekenis aan het handelen van de docent waarmee de gemeten effecten op leren vervolgens verklaard konden worden.
Uit de resultaten bleek dat de interventie niet heeft geleid tot een grotere toename in vaardigheidsniveau bij de experimentele groep in vergelijking met de controlegroep. De hypothese werd niet bevestigd. Hoewel er geen significante hoofdeffecten waren, was er wel sprake van een interactie effect. De experimentele groep ging over tijd lager scoren in vergelijking met de controlegroep. Een mogelijke verklaring hiervoor was dat binnen de experimentele groep, de groep hoog scorende studenten over tijd lager is gaan scoren.
Aan de hand van studentpercepties van het formatief docenthandelen konden deze resultaten verder geduid worden. Een verklaring was dat docenten aan het begin stonden van hun leerproces wat betreft formatief toetsen. Een tweede verklaring was dat docenten er nog niet in slaagden de 21e-eeuwse vaardigheden te integreren binnen het praktijkvak. Als laatste verklaring gold dat docenten formatieve instrumenten nog niet op gestructureerde wijze hebben ingezet tijdens alle fases van de formatieve toetscyclus. Studenten ervaarden wel als positief dat docenten in hun houding gericht waren op student-sturing. De onderzoeksresultaten geven aanleiding voor meer effectstudies in het MBO en onderzoek naar de voorwaardelijke sleutelrol van de docent bij een effectieve toepassing van de formatieve toetscyclus.
Date of Award | 31 Oct 2020 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Migchiel van Diggelen (Supervisor) |
Keywords
- Middelbaar Beroeps Onderwijs
- 21e-eeuwse vaardigheden
- , formatieve toetscyclus
- rubric
- persoonlijk ontwikkelplan
- formatief docent handelen
- perceptie van de student
Master's Degree
- Master Onderwijswetenschappen