Abstract
Dubbele bestraffing voor hetzelfde feit is conform het ne bis in idembeginsel verboden. Dit beginsel is neergelegd in art. 4 Zevende Protocol EVRM. Nederland heeft het Procotol niet geratificeerd, maar ne bis in idem heeft als rechtsbeginsel toch gelding. In 2016 oordeelde het EHRM dat samenloop van strafrechtelijke vervolging met een bestuursrechtelijke sanctie onder voorwaarden is toegestaan, indien beide procedures een voldoende hecht verband hebben qua inhoud en in de tijd. Aan de inhoudelijke voorwaarden is voldaan indien: beide procedures complementaire doelen dienen, het gebruik van twee wegen voorzienbaar is, een herhaling van de vaststelling en de beoordeling van het bewijs zo veel mogelijk wordt vermeden en de totale strafoplegging proportioneel is. Het Hof van Justitie EU blijkt het EHRM te volgen, maar op punten biedt het EHRM of het HvJ EU meer rechtsbescherming. Het HvJ EU stelt geen hoge eisen aan het vereiste temporele verband, maar biedt wel bescherming in meer dan één lidstaat.In het bestuursrecht geldt een lagere bewijslast dan in het strafrecht. Toch hoeft dat niet tot schending van de onschuldpresumptie te leiden. Art. 4 Zevende Protocol EVRM hoeft geen beletsel te vormen voor de ratificatie door Nederland van het Protocol. Via het EU-recht werkt het beginsel al in de Nederlandse rechtsorde en Nederland mag altijd meer bescherming bieden dan het EVRM.
Date of Award | 15 Apr 2020 |
---|---|
Original language | Dutch |
Keywords
- strafvervolging
- bestuurlijke sanctie
- ne bis in idem
- onschuldpresumptie
- Zevende Protocol EVRM
- samenloop
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid