In Nederland wonen veel mensen permanent in een recreatiewoning, waarvan een aanzienlijk aandeel illegaal in de recreatiewoning woont. Om die reden is in 2020 een motie aangenomen, die leidde tot de voorhangprocedure tot wijziging van het ontwerpbesluit tot wijziging van artikel 5.18 Bor, waardoor de vereisten om in aanmerking te komen van een persoonsgebonden omgevingsvergunning voor permanente bewoning van recreatiewoningen worden verruimd. Deze motie in combinatie met het feit dat er in Nederland een grote woningnood heerst, gaven grond voor het onderzoek of de huidige en voorgestelde wetgeving inzake de permanente bewoning van recreatiewoningen in overeenstemming is met het recht op wonen (ex. artikel 8 EVRM). Onderzocht is wat de huidige en voorgestelde wettelijke bepalingen met betrekking tot de permanente bewoning van recreatiewoningen zijn. Dit zijn artikel 5.18 Bor, het wijzigingsvoorstel 5.18 Bor en artikel 5.37 Omgevingswet. De tweede vraag die onderzocht is, wat houdt het recht op wonen van artikel 8 EVRM in? En tot slot de vraag of artikel 8 EVRM bescherming biedt aan het permanent bewonen van recreatiewoningen? Artikel 8 EVRM beschermt niet zozeer het recht op wonen, maar het geeft wel richting aan de evenredigheidstoetsing. Het is aan de bestuursrechter om een toetsingskader te formuleren voor de drietrapstoetsing aan de geschiktheid, de noodzakelijkheid en de evenwichtigheid van het besluit voor het te dienen doel.
Date of Award | 31 Aug 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- Artikel 8 EVRM
- Artikel 5.18 Bor
- omgevingswet
- recreatiewoning
- persoonsgebonden omgevingsvergunning
- evenredigheidstoetsing
Het recht op wonen versus permanente bewoning van recreatiewoningen : Biedt artikel 8 EVRM bescherming aan permanente bewoners van recreatiewoningen?
Anoniem (Author). 31 Aug 2022
Student thesis: Master's Thesis