Art. 3 Pw 2012 als grondslag voor de werkzaamheden van het TOOI doorstaat niet in alle gevallen de toets van art. 8 EVRM. De methoden waarmee het TOOI-informatie verzamelt zijn niet voldoende bij wet voorzien en er is te weinig externe controle op de inzet ervan. Omdat er steeds meer overlap ontstaat tussen openbare orde handhaving en opsporing zal er vaker TOOI-informatie worden gebruikt in het strafproces. Gezien het risico op een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is het daarom cruciaal dat er een specifieke wettelijke bepaling komt waaraan de bevoegdheden van het TOOI kunnen worden ontleend. Op basis van TOOI-informatie kunnen opsporingsonderzoeken worden gestart en kunnen er dwangmiddelen worden ingezet. Het is daarom van belang dat de externe controle op het TOOI beter wordt geregeld en in de praktijk wordt gebracht. Daarnaast zal er een specifieker en actueler wettelijk kader moeten komen. Alleen op die manier kan het TOOI in de toekomst op een rechtmatige manier informatie inwinnen.
Date of Award | 28 Oct 2024 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- Team Openbare Orde Inlichtingen
- Art. 3 Politiewet 2012
- Informatie-inwinning
- Ert. 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
- Voorbereidend onderzoek
- Startinformatie
Het Team Openbare Orde Inlichtingen: Balanceren op de grens van openbare ordehandhaving en opsporing
Willems, R. H. (Author). 28 Oct 2024
Student thesis: Master's Thesis