Abstract
Op 29 mei 2019 heeft de ABRvS opnieuw de voorwaarden uiteengezet waaraan een beroep op het vertrouwensbeginsel moet voldoen. Ten eerste dient er sprake te zijn van een toezegging. Ten tweede dient deze toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan te kunnen worden toegerekend. Is het antwoord op deze twee vragen bevestigend, dan is de vraag of het gerechtvaardigd gewekt vertrouwen moet worden gehonoreerd.Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een toezegging die kan worden toegerekend aan het bevoegde orgaan is een verschuiving beoogd van het bestuurlijke naar het burgerperspectief. Bij een beroep op het vertrouwensbeginsel is het van belang dat de fidens te goeder trouw is. Op hem rust een onderzoeksplicht.
Ook in 2023 slaagt een beroep op het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht zelden. Dit roept de vraag op of er meer aandacht moet zijn voor het burgerperspectief. Het antwoord op deze vraag is ‘nee’. Maatwerk als kenmerk van burgerperspectief betekent namelijk ook dat een burger die niet te goeder trouw is, omdat hij niet voldoet aan zijn onderzoeksplicht, een passende respons krijgt van de overheid. Het beroep struikelt bij stap 1 of 2.
Date of Award | 6 Jul 2023 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- vertrouwensbeginsel
- burgerperspectief
- maatwerk
- goede trouw
- onderzoeksplicht
- omgevingsrecht
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid