Ter oplossing van (een aantal van) de knelpunten in de veilingpraktijk voor woningen, is het wetsvoorstel 33 484 (Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek in verband met het transparanter en voor een breder publiek toegankelijk maken van de executoriale verkoop van onroerende zaken) aanhangig. Doelstelling is de veilingpraktijk meer transparant te maken en meer particulieren naar de veiling te trekken. Daardoor kunnen hogere veilingopbrengsten worden bereikt, waardoor de bank en de hypotheekgever met minder en/of lagere restschulden worden geconfronteerd. Bij de executoriale verkoop door de bank (ex art. 3:268 BW) kan de bank een beroep doen op één of meer hypotheekbedingen. Onderzocht zijn het huurbeding (art. 3:264 BW), het beheer- en ontruimingsbeding (art. 3:267 BW) en het toekomstige bezichtigingsbeding (art. 3:267a BW). Aan de hand van de huidige praktijk is een aantal problemen geanalyseerd, waarna is onderzocht of het wetsvoorstel bijdraagt aan een (gedeeltelijke) oplossing van deze problemen. Het onderzoek is toegespitst op de executoriale verkoop door de bank van woningen, bestemd voor permanente bewoning door particulieren.
Date of Award | 14 Jan 2014 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Het wetsvoorstel Executieveilen: een verbetering ten opzichte van de huidige praktijk?
Wouters, E. M. J. H. (Author). 14 Jan 2014
Student thesis: Master's Thesis