Informanten in het bestuursrecht. Het gebruik van informatie van informanten bij het opleggen van een bestuurlijke boete in het licht van artikel 6 EVRM

  • M. Leeuwenburgh

    Student thesis: Master's Thesis

    Abstract

    De bestuurlijke boete heeft in de afgelopen decennia een groet ontwikkeling doorgemaakt: in steeds meer bestuursrechtelijke regelingen is de mogelijkheid opgenomen overtredingen te bestraffen met een bestuurlijke boete. Onderzocht is of bij het opleggen van een bestuurlijke boete gebruik gemaakt kan worden van informatie die afkomstig is van informanten zonder dat er sprake is van een schending van de waarborgen die artikel 6 EVRM biedt. Hierbij wordt geconstateerd dat de bestuurlijke boete gezien moet worden als ‘criminal charge’ in de zin van artikel 6 EVRM, waardoor de rechter in bezwaar ook toepassing moet geven aan de waarborgen uit het derde lid van artikel 6 EVRM. Onder deze waarborgen bevindt zich het recht getuigen te horen. Aan de hand van de rechtspraak van het EHRM is geconstateerd dat artikel 6 EVRM zich op zich niet verzet tegen het gebruiken van informatie van informanten voor het bewijs, maar dat dan wel aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan. Vervolgens is bezien of het Nederlandse bestuursrecht ruimte laat om aan deze voorwaarden te voldoen. Geconcludeerd kan worden dat de geheimhoudingsregeling zoals deze op is genomen in de artikelen 8:29 en 8:31 Awb voldoende ruimte biedt om aan deze voorwaarden te voldoen.
    Date of Award18 Apr 2017
    Original languageDutch

    Keywords

    • bestuurlijike boete
    • informant
    • artikel 6 EVRM
    • bewijs

    Master's Degree

    • Master Rechtsgeleerdheid

    Cite this

    '