Aansprakelijkheid van de grondroerder bij graafschades wordt beoordeeld aan de hand van de normen uit de WIBON, de CROW 500 en de overige omstandigheden van het geval. Ondanks de verheldering van de Hoge Raad in 2018 omtrent het gewicht van de CROW-richtlijn bij het beoordelen van graafschades, is in de rechtspraak meerdere malen verschillend geoordeeld in soortgelijke gevallen van graafschades. Om de rechtszekerheid van de grondroerder te bevorderen dient de rechter de volgende rangorde aan te houden in geschillen over graafschades. Indien er sprake is van een schending van een concrete norm uit de WIBON, dan leidt dit per definitie tot een onrechtmatigheid. Bij vage normen uit de WIBON dient de rechter uit te wijken naar de concrete normen van de CROW 500 waarbij de bewoordingen middels de CAO-uitlegmaatstaf worden geïnterpreteerd. Naarmate de normen van de CROW 500 concreter zijn, dient er meer ruimte te zijn voor de doorwerking van de CROW 500. Indien de normen van de CROW 500 onvoldoende concreet oftewel vaag zijn, dient de rechter de situatie te beoordelen op basis van alle omstandigheden van het geval waarbij de maatschappelijk aanvaarde normen over behoorlijk en zorgvuldig gedrag van belang zijn.
Date of Award | 16 Jul 2024 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
- aansprakellijkheid graafschade
- CROW 500
- WIBON
- CAO-uitlegmaatstaf
Interpretatie rechtspraak omtrent aansprakelijkheid bij graafschades: ‘Een onderzoek naar het juridische kader en de daarbij behorende uitlegmaatstaf van aansprakelijkheid bij schades als gevolg van grondroerende werkzaamheden ter verduidelijking van de verantwoordelijkheden van de grondroerder bij graafwerkzaamheden en ter bevordering van de rechtszekerheid van de grondroerder in geschillen.’
Anonymous (Author). 16 Jul 2024
Student thesis: Master's Thesis