Voor één op de zes mensen is zwanger worden niet vanzelfsprekend. Voor velen van hen is medische hulp beschikbaar, maar dit is niet altijd toereikend. Een oplossing om toch te kunnen voortplanten kan worden gevonden in draagmoederschap. In die situatie stelt een vrouw haar lichaam ter beschikking om hierin een zwangerschap te voldragen, waarna het ouderlijk gezag over het geboren kind wordt overgedragen aan de wensouders. Dit klinkt eenvoudig, maar dat is het in de praktijk niet. Zo is het in het openbaar zoeken naar een draagmoeder of het zichzelf hiertoe aanbieden is strafbaar gesteld in art. 151b lid 2 onder b Sr. In deze scriptie is onderzocht of deze strafbaarstelling in strijd is met art. 8 EVRM. Uit het onderzoek blijkt dat art. 151b lid 2 onder b Sr een inmenging is op het art. 8 lid 1 EVRM bepaalde recht op eerbiediging van ‘private life’ (en niet op het recht op eerbiediging van ‘family life’). Vervolgens is onderzocht of de beperking gerechtvaardigd is. Uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is: de beperking is niet noodzakelijk in een democratische samenleving. De wet doorstaat niet de noodzakelijkheids- en proportionaliteitstoets.
Date of Award | 1 Jul 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- draagmoeder
- 8 EVRM
- wet kind, draagmoeder en afstemming
- zwangerschap
- private life
- family life
Is de strafbaarstelling van het in het openbaar zoeken naar een draagmoeder of jezelf daartoe aanbieden in strijd met art. 8 EVRM?
Dolislager, R. J. (Author). 1 Jul 2022
Student thesis: Master's Thesis